Whatsapp Facebook X LinkedIn RSS feed

Nick Vollmer: 'Het wortelmilieu vormt de basis voor een weerbare teelt'

ARTIKEL
Facebook Twitter Linkedin Whatsapp
Jan van Staalduinen, donderdag 12 mei 2022
196 sec


Organisch/biologische substraatgrondstof maakt opgang in boomkwekerij

In alle groene sectoren lijkt sprake te zijn van een mentaliteitsverandering, die meer ruimte biedt aan natuurlijke mechanismen én producten die de planteigen afweer bevorderen. Niet uit gemakzucht, maar omdat ze daadwerkelijk bijdragen aan een duurzame, rendabele teelt. Substraatproducent Lensli introduceerde onlangs een nieuwe, op weerbaarheid geënte grondstof. Wat is en doet Basis Biomix?

Nick Vollmer
Nick Vollmer

Basis Biomix is een universele, door RHP gecertificeerde substraatgrondstof die uit vier natuurlijke componenten bestaat: houtvezel, compost, en een mix van nuttige micro-organismen.
'Het bevordert een weerbare teelt vanuit het substraat', zo vat Nick Vollmer, technisch productmanager substraten bij Lensli, het samen. 'Het wortelmilieu vormt de basis voor een gezonde, weerbare teelt. Wanneer je dit product toepast in je substraatmengsel, zet je al voor het planten of verpotten in op een sterk en gezond gewas. De aanwezige bodemorganismen maken het schadelijke schimmels zoals Pythium veel moeilijker om de overhand te krijgen en planten te infecteren.'


Coproductie

Het enthousiasme van Vollmer valt te begrijpen. Hij stond mede aan de wieg van het onlangs geïntroduceerde product, dat in nauwe samenwerking met Den Ouden Groep en Plant Health Cure (PHC) is ontwikkeld. 'Het is 100 procent organisch en bestaat uit componenten van lokale herkomst die we al toepassen in substraten', zo licht de productmanager toe. 'De nitrificerende bacteriën zorgen voor een efficiënte mineralisatie van de aanwezige organische stikstofverbindingen. En de gunstige streptomyceten die zich rond de plantenwortels vestigen, houden pathogene micro-organismen op afstand.'


Mineralisatie organische stikstof

De mineralisatie van organische stikstof blijkt in veen zonder micro-organismen dikwijls een traag en moeizaam verlopend proces. Nu er steeds meer (jonge) organische componenten worden toegepast ten koste van veen, onder andere hout- of kokosvezel, compost, bark en rijstkaf, en er tegelijkertijd nieuwe kennis en mogelijkheden zijn ontwikkeld om micro-organismen doelgericht toe te passen, lijkt er een mooie toekomst weggelegd voor dit nieuwe product.


'Weet wat je doet en waarop je moet letten'


'We hebben er veel vertrouwen in en het aantal klanten dat Basis Biomix toepast, neemt gestaag toe, maar we willen niets overhaasten', zo relativeert Vollmer. 'Iedere aanpassing van een substraatrecept moet goed en zorgvuldig worden aangevlogen, zowel door ons als door de klant zelf. Weet wat je doet en waarop je moet letten. Want aandachtspunten zijn er altijd, ook wanneer je dit nieuwe product toepast. Zo zul je in de bemesting wat zaken moeten aanpassen. Niet drastisch, maar het moet wel gebeuren.'

Aanpassingen in bemesting

Hij wijst onder andere op de noodzaak om bij toepassing van Basis Biomix iets meer stikstof te geven en de aandelen kalksalpeter, gecoate ureum en gecoate calcium-magnesiumnitraat licht te verhogen, zodat er gedurende langere tijd voldoende opneembare stikstof voorhanden is. Voorts dienen de doseringen voor kalium en sporenelementen te worden verlaagd, omdat de mix daar al het nodige van bevat.
'Stel dat je gewend was om te bemesten met NPK 15-10-20; dan zou in een nieuw substraatrecept met Basis Biomix NPK 20-5-10 wellicht een betere keuze zijn voor de basisbemesting. Je zou dat kunnen aanvullen met de eerder genoemde meststoffen. We laten ons uiteraard altijd leiden door de analyses tijdens de teelt. Als je de goede route volgt en de tijd neemt om de gebruikswaarde op een bedrijf te verkennen, kun je op basis van de huidige kennis en ervaringen op verantwoorde wijze 20 tot 30 procent Biomix toevoegen.'


Martijn den Brok
'Het vertrekpunt voor aanpassingen is de huidige situatie'

Huidige teeltwijze

Collega Martijn den Brok, die als fulltime accountmanager dagelijks in gesprek is met telers, beaamt dat. Hij is graag bereid om zijn werkwijze toe te lichten.
'Het vertrekpunt voor ieder gesprek over het aanpassen van recepten is de huidige situatie', zegt de Noord-Brabander. 'Welk substraat gebruikt de klant op dit moment, teelt hij relatief nat of droog, welke meststoffen past hij toe en wat deed of doet hij al om de weerbaarheid van zijn planten te ondersteunen, zoals het toepassen van biostimulanten of microbiologische preparaten? Ook het uitgangsmateriaal wordt daarbij betrokken. En we nemen natuurlijk de gewasbescherming onder de loep. Met welke ziekten en plagen had hij de afgelopen jaren hij te maken, hoe verhoudt zich dat tot collega's in de omgeving en hoe houdt hij alles onder controle? Pas wanneer dat allemaal scherp in beeld is, kun je nieuwe opties voor het substraat en de teeltwijze op een zinvolle manier bespreken.'


Stapsgewijs weerbaarder

Hoezeer telers ook aan hun vertrouwde substraatsamenstelling gehecht zijn, de adviseur merkt duidelijk dat de transitie naar duurzame mengsels met een gering aandeel veen goed wordt opgepakt. 'We bieden programma's aan om klanten in dat proces te helpen', merkt hij op. 'Het thema plantweerbaarheid nemen we daar ook in mee. Met dit nieuwe product hebben we een mooie, concrete oplossing die daaraan bijdraagt.'


Als zijn klanten goede ervaringen hebben met andere producten die ze graag willen blijven gebruiken, heeft de adviseur daar geen enkele moeite mee. 'Het gaat om het resultaat', zegt hij met nadruk. 'Ik hecht er wel aan dat aanpassingen op voorhand goed worden doorgerekend en na toepassing op het bedrijf goed gemonitord worden. Meten is weten. Planten moeten krijgen wat ze nodig hebben. In containerteelten zul je dat altijd zelf moeten aanbieden. Zowel in de vorm van nutriënten als in de vorm van biostimulanten, micro-organismen of andere zaken die een gezonde, weerbare teelt faciliteren. Wat dat laatste betreft, valt er nog veel te ontdekken, maar we leren snel bij.'

Vruchtbare samenwerking

Vollmer en Den Brok vinden het bemoedigend dat de vorig jaar gestarte samenwerking met Den Ouden Groep en PHC, dat daar sinds vorig jaar deel van uitmaakt, al veel heeft opgeleverd. De R&D-afdelingen wisselen veel kennis en ervaring uit, wat de productontwikkeling en innovatie verrijkt en versnelt. 'Basis Biomix is daar een concreet voorbeeld van', stelt Vollmer vast. 'Zonder die samenwerking zou het er misschien ook zijn gekomen, maar waarschijnlijk later en in iets andere vorm.' Den Brok: 'Ik ben er in elk geval blij mee, want ik zie dat het werkt. Hopelijk ervaren onze klanten dat ook. Daar worden we uiteindelijk immers op afgerekend.'


LEES OOK

Om te kunnen reageren moet je zijn ingelogd.   LOGIN   of maak gratis een account aan.

REACTIES
Er zijn nog geen reacties.

download artikel

Tip de redactie


ONDERDELEN
Archief
Dossiers
GIP
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Fysiek abonnement
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Adverteren
Verschijningsdata
MEER
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER