'Een kwekerij moet groeien, net als een boom' |
|
|
|
|
| 229 sec |
Stijn de Jong volgde zijn hart: hij werd geen werktuigbouwkundig ingenieur, maar boomkweker
Stijn de Jong van Boomkwekerij De Hilver is niet opgeleid als boomkweker, maar heeft een echte studie aan de technische universiteit in Twente op zijn naam staan. Na een aantal jaren als ingenieur bij Shell besloot hij dat daar zijn hart niet lag en werd hij boomkweker. Dat is nu twaalf jaar geleden.
Stijn de Jong van Boomkwekerij De Hilver |
De boomkwekerij was overigens niet nieuw voor Stijn de Jong; zijn vader had vóór hem ook een dergelijke carrièreswitch gemaakt. Vader Kees de Jong werkte als leerkracht, maar voelde meer verbinding met werken in de buitenlucht en met bomen. Op een gegeven moment werkte vader De Jong drie dagen in de week als leerkracht en drie dagen als laanboomkweker op een areaal van ongeveer twee hectare.
Stijn de Jong: 'Het was niet de bedoeling dat ik boomkweker zou worden. Ik heb technische studies gevolgd: eerst de mts, toen de hts en uiteindelijke de universiteit, en ben na mijn studie als 25-jarige bij Shell gaan werken. Het technische aspect van mijn werk vond ik leuk, maar toen ik 30 was, had ik haarfijn door dat ik daar niet gelukkig was. Ik wilde eigen baas zijn, in het groen werken en ik wilde zelf iets maken, geen onderdeel zijn van een grote multinational. Ik heb toen ontslag genomen en heb het plan gemaakt om jaarlijks met twee hectare te groeien met mijn nieuwe kwekerij. Dat is nu twaalf jaar geleden en De Hilver is nu ongeveer 25 hectare groot, dus dat klopt aardig.'
Volwaardig
De Jong noemt De Hilver nu een volwaardig bedrijf. Wat de kwaliteit van zijn productie betreft, heeft hij daar wel gelijk in. Uw redacteur heeft al vaker kwekerijen gezien en met de bomen van De Hilver is niets mis. Anderzijds hoef je maar een halve ronde met hem over het bedrijf te maken en zijn plannen aan te horen, om te weten dat De Jong nog steeds niet is uitgegroeid en uitontwikkeld. Die doorontwikkeling hoeft overigens niet te betekenen dat De Jong groeit met zijn areaal, maar eerder wat betreft de uitrusting en inrichting van het bedrijf. Dat begint al met het kantoor waarin de Jong mij ontvangt en waar we een kop koffie drinken. Bij veel boomkwekers krijg je koffie geserveerd tussen de lunchboxen van de medewerkers. De Jong heeft net vorig seizoen een modern kantoor gebouwd, dat eerder past bij een hip architectenbureau dan bij een boomkweker.
De Jong daarover: 'Ik vind het leuk om dingen te maken. Dat geldt voor bomen, maar ook voor dit kantoor. Dat hebben we bijna helemaal zelf gedaan. Als het wat rustiger wordt met het werk in de kwekerij, gaan hij met een handige medewerker aan de slag . Acht weken volle bak bouwen. Alleen heel bijzondere dingen, zoals het vlinderen en coaten van de vloer in het kantoor, besteden we uit.'
Die doe-het-zelfdrang geldt ook voor de rest van de bedrijfsgebouwen. De machineloods is half af en daarom staan de machines, waaronder een state of the art Mecalac-kraan, nu opgeslagen in de bomenloods met een goothoogte van ongeveer 6 meter. Verder naar achter staan nog caravans, maar ook dit deel van het gebouw moet uiteindelijk worden opgeknapt en voor het bedrijf worden ingezet. Het kantoor en de loodsen van de boomkwekerij zijn gevestigd in een voormalige kalverstal. Dat wil zeggen dat her en der in de modern aangelegde bedrijfsgebouwen nog een restant muur van de oude stal aanwezig is. Aan de buitenkant herinnert niets aan de vorige bestemming.
|
'Ik wil zelf op de kraan kunnen zitten en aan mijn machines kunnen sleutelen'
| |
|
Lei- en laanbomen
Ook in de kwekerij zelf heeft De Jong nog wel een aantal jaren werk. Ik rij met hem naar een van zijn percelen om zijn bomen te bekijken. De Hilver heeft twee grote productgroepen. De eerste bestaat uit laanbomen tot de maat 20-25 in de meer gangbare soorten als eik, berk en beuk en bijvoorbeeld Gleditsia. De soortkeuze is afgestemd op het zand. Veel sortiment in Acer is er daarom bijvoorbeeld niet te vinden. Wel een gouwe ouwe als Acer campestre 'Elsrijk'. De tweede poot van De Hilver zijn de leibomen. Het sortiment is kleiner dan bij de laanbomen, maar de verscheidenheid in vormen natuurlijk groter. De bomen worden afgezet via de bekende kwekers in binnen- en buitenland die zich richten op openbaar groen. De leibomen die uiteindelijk ook veel in particuliere tuinen terecht zullen komen, gaan vooral naar handelsbedrijven in binnen- en buitenland.
Op de bomen en het sortiment van De Jong is niet veel aan te merken. Ook machinematig is alles dik voor elkaar. Alle mechanisatie is in eigen huis aanwezig: kluitenstekers, rooimachines en kranen. Alleen het kavelpad dat De Jong van de vorige eigenaar heeft over genomen, kan wel een kleine opknapbeurt gebruiken. De Jong: 'Vorig jaar was dit pad van oude stalroosters nog prima, maar dit jaar hebben we veel schade gereden. Dat moeten we nog aanpakken.'
Collega's
Al dat werk doet De Jong natuurlijk niet alleen. Ook al klaagt hij met zoveel woorden wel dat hij door het groeien van zijn bedrijf gedwongen wordt meer op kantoor te werken. 'Ik wil zelf op de kraan kunnen zitten en aan mijn machines kunnen sleutelen. Echt met beide poten in het zand staan.' De Jong werkt op dit moment met vijf medewerkers die voltijds in dienst zijn. Daarnaast heeft hij iedere week twee avonden ingepland waarop een clubje scholieren komt meewerken. Hun taak? 'Alles wat gedaan moet worden.'
|
'Als iemand het leuk vind om bomen in vorm te knippen, dan is dat prima. Ik wil het werk niet voorkauwen'
| |
|
Midden in ons gesprek komt er een hoveniersbusje aanrijden; De Jong mag even helpen. Dat van die behendigheid op de kraan blijkt te kloppen. De Jong springt meteen achter het stuur van zijn Mecalac-kraan en laadt in toptempo een aantal bomen. Later vertelt hij dat de medewerker van de hovenier min of meer via De Hilver in het hoveniersvak is gerold. 'Hij is bij ons begonnen als zaterdaghulp, heeft een opleiding tot hovenier gevolgd en werkt nu bij een hoveniersbedrijf. Zoiets is belangrijk voor de sector. Op deze manier komt er nieuwe aanwas van jonge enthousiaste mensen.'
De Jong houdt daar ook rekening mee bij de manier waarop hij zijn medewerkers behandelt en opdrachten geeft: 'Ik probeer zo weinig mogelijk te sturen en de mensen zo veel mogelijk de vrije hand te laten. Natuurlijk geef ik in deze tijd wel een rooilijst; anders weten ze niet wat er geleverd moet worden. Maar de precieze volgorde laat ik verder aan mijn medewerkers, de volgorde van steken, wisselen van mes etc. Verder probeer ik zo mogelijk rekening te houden met het soort werk. Als iemand het leuk vind om bomen in vorm te knippen, dan is dat prima. Ik wil het werk in ieder geval niet voorkauwen. Mensen moeten wel de capaciteiten hebben. Maar het zorgt er wel voor dat mensen veel meer betrokken zijn bij het werk en meer plezier hebben in het werk.'
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
| |
Agribex 2025
|
woensdag 3 december 2025 t/m zondag 7 december 2025 |
|
|
|
|
|
|
|