| |||||||||||
Onderzoek naar impact en aanplantadvies Om bos- en terreinbeheerders beter te informeren over de mogelijke risico's van uitheemse boomsoorten, is recent een risicobeoordeling uitgevoerd voor acht soorten. Dit onderzoek, uitgevoerd door Stichting Probos in samenwerking met Wageningen Environmental Research, FLORON en de NVWA, beoordeelt in hoeverre deze bomen geschikt zijn binnen klimaatbestendig bosbeheer en welke risico's zij met zich meebrengen.
De volgende boomsoorten zijn onder de loep genomen: Amerikaanse tulpenboom (Liriodendron tulipifera), boomhazelaar (Corylus colurna), donzige eik (Quercus pubescens), elsbes (Torminalis glaberrima), hartbladige els (Alnus cordata), Oosterse beuk (Fagus orientalis), zeeden (Pinus pinaster) en zwarte walnoot (Juglans nigra). Uit de beoordeling blijkt dat sommige soorten risico's met zich meebrengen voor inheemse ecosystemen. Zo wordt sterk afgeraden om hartbladige els aan te planten vanwege het potentieel invasieve karakter. De Amerikaanse tulpenboom, donzige eik, Oosterse beuk en zeeden zouden slechts beperkt aangeplant moeten worden. Andere soorten, zoals de zwarte walnoot, boomhazelaar en elsbes, scoren matig op risicofactoren, maar vereisen desondanks zorgvuldige overweging.
Aanleiding van het onderzoekDoor klimaatverandering zijn bosbeheerders op zoek naar boomsoorten die beter zijn aangepast aan het toekomstige klimaat. Een deel van deze boomsoorten is uitheems en kan mogelijk negatieve effecten hebben op de inheemse biodiversiteit. Omdat betrouwbare informatie over de (potentiële) invasiviteit van deze soorten ontbrak, heeft BuRO een risicobeoordeling laten uitvoeren.Risico's per soortHartbladige els: Groeit snel en koloniseert open gebieden. Kan hybridiseren met inheemse zwarte els, maar dit gebeurt zelden. De boom is een stikstofbinder en kan nutriëntarme bodems verrijken, wat negatieve gevolgen heeft voor planten die lage stikstofniveaus nodig hebben. Pollen van hartbladige els is allergeen. Gezien deze factoren wordt aanplant afgeraden.Zeeden: Kan gemakkelijk open vlakten koloniseren en zo open duingebieden omvormen tot bos. Daarom wordt aanplant in of nabij open landschappen afgeraden. Oosterse beuk: Hybridiseert gemakkelijk met inheemse beuk, wat de genetische zuiverheid van autochtone populaties kan aantasten. Aanplant nabij inheemse beukenpopulaties wordt afgeraden. Donzige eik: Kan kruisen met zomereik en wintereik. Hybriden zijn vruchtbaar en kunnen genetische menging veroorzaken. Om deze reden wordt aanplant in de buurt van inheemse eiken afgeraden. Amerikaanse tulpenboom: Groeit snel en produceert veel zaad, wat concurrentie met andere boomsoorten kan veroorzaken. Koloniseert gemakkelijk open of verstoorde plekken. Grootschalige aanplant wordt ontraden. Boomhazelaar: Heeft een lage concurrentiekracht, maar kan een belangrijke allergeenboom zijn voor hooikoortspatiënten, vergelijkbaar met de gewone hazelaar. Elsbes: Lage concurrentiekracht en gevoelig voor schaduw, waardoor overleving in dichte bossen beperkt is. Zwarte walnoot: Lage kans op invasiviteit vanwege gevoeligheid voor beschaduwing en beperkte concurrentiekracht. Publicatie en aanbevelingenDe resultaten van de risicobeoordeling worden beschikbaar gesteld via de 'Gereedschapskist Klimaatslim Bos- en Natuurbeheer'. Het volledige onderzoek is hier te vinden.
Tip de redactie |
|