| | Chauffeurs dienen tijdens het rijden goed gebruik te maken van spiegels, camera's en andere hulpmiddelen om zicht te houden op hun omgeving. Indien het zicht beperkt is, kunnen extra spiegels en camera's worden geïnstalleerd.
|
| | Het maken van duidelijke afspraken over rij- en looproutes is essentieel.
|
| | Personen die geen directe betrokkenheid hebben bij het werk dienen tijdens drukke periodes van het erf of de werkplek te worden geweerd.
|
| | De chauffeur blijft altijd verantwoordelijk. Als de situatie niet vertrouwd aanvoelt, moet de machine onmiddellijk worden stilgezet.
|
| | Zelfs op licht hellend terrein moeten voertuigen altijd op de rem worden gezet bij het verlaten ervan om onbedoelde bewegingen te voorkomen.
|
| | Het gebruik van een veiligheidsgordel in een rijdende machine is cruciaal. Dit kan voorkomen dat de chauffeur onder het kantelende voertuig terechtkomt en dat je uit de machine wordt geslingerd.
|