Van duurzaam naar biologisch nog behoorlijke stap voor boomkwekerij |
|
|
|
|
| 450 sec |
Naar 25 procent biologisch geteeld in 2030
De teelt van boomkwekerijproducten wordt steeds duurzamer. Voorlopers in de sector zijn hier soms al twintig jaar mee bezig. Biologisch kweken is een politiek correcte, maar kostprijsverhogende bezigheid. Het omslagpunt naar een hoger percentage écht biologisch ligt nog heel ver in het verschiet.
Duurzaam schoffelen lijkt kinderspel met een Multi E Trike |
Feitelijk vormden de kennis en ervaringen uit het praktijknetwerk BIOM-boomteelt het startschot van de biologische boomteelt. Ondernemers, adviseurs en onderzoekers waren betrokken bij dit project, dat plaatsvond van 2002 tot en met 2005. In 2021 nam de Tweede Kamer een motie aan waarin werd gesteld dat 25 procent van alle plantgoed in het jaar 2030 biologisch geteeld moet zijn. De vraag is: hoe staat het er twintig jaar na aanvang van het project voor met de biologische boomkwekerij? De boomteelt valt in ieder geval op door de grote diversiteit. Het gaat om meer dan 20.000 soorten en cultivars in verschillende gewasgroepen: laanbomen, bos- en haagplantsoen, vaste planten, zomerbloemen en sierheesters, die geteeld worden in pot, in container en in de volle grond.
Toezicht houden
'Biologisch' is een wettelijk beschermde aanduiding: een product is pas biologisch als het is geproduceerd en gecertificeerd conform de Nederlandse en Europese regelgeving. In Nederland is SKAL Biocontrole de organisatie die toezicht houdt op de biologische keten. Wie zijn boom met de aanduiding 'biologisch' op de markt wil brengen, dient dus SKAL-gecertificeerd te zijn. Uit CBS-cijfers blijkt dat 1 procent van alle boomkwekerijen biologisch kweekt. Grote bedrijven kweken soms een deel van hun planten SKAL-gecertificeerd. Voor soorten die zonder extra beschermende maatregelen te telen zijn, vormt dit geen probleem. Wel is het lastig om de verschillende processen bij gangbaar en biologisch telen in de bedrijfsvoering strikt gescheiden te houden. In veel gevallen wordt dan voor het SKAL-deel een aparte bv opgericht.
Hindernis
De biologische boomkwekerij is gestoeld op de principes van de biologische landbouw. Deze streeft naar gesloten kringlopen en een natuurlijk evenwicht. Door af te zien van het gebruik van kunstmest, chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen en gentechnologie sparen boomkwekers het milieu. Biologische boomkwekers besteden veel aandacht aan bodemvruchtbaarheid door het gebruik van organische meststoffen, zoals compost en groenbemesters. Daarnaast levert de toepassing van vruchtwisseling een bijdrage aan een vruchtbare bodem met een rijk en gevarieerd bodemleven. De biologische teelt draagt ook bij aan een aantrekkelijke leefomgeving en biodiversiteit. De molen waarin je terechtkomt als je SKAL-gecertificeerd wilt zijn, wordt door veel boomkwekers echter als een hindernis ervaren. Kwekers werken dan ook vaak grotendeels wel biologisch en volgen de richtlijnen, maar dan zonder certificering. Het behalen van het certificaat is volgens hen moeilijk te realiseren en kan zelfs een behoorlijke financiële impact hebben. Ook inkopers lopen tegen grenzen aan bij de inkoop van biologisch materiaal. Het gaat daarbij vooral om de verplichting van Europese aanbesteding en het beperkte aanbod van sommige producten, waardoor de inkoper niet puur op SKAL-materiaal kan selecteren.
Van den Berk: een biologische afdeling
Van den Berk boomkwekerijen in Sint Oedenrode heeft een biologische afdeling. Directeur Pieter van den Berk: 'Om helemaal over te stappen op biologisch telen moet je erg veel doen en er is een lange aanlooptijd nodig. Ook kostentechnisch gaat het heel ver. Daar komt bij dat de specifieke vraag naar biologisch telen heel gering is. Dat geldt zowel voor de vraag vanuit de retail als van de overheid. Bovendien krijg je problemen met export naar landen buiten de EU. In biologische teelt heb je natuurlijk een bepaalde tolerantie voor de aanwezigheid van beestjes en dat staat op gespannen voet met de fytosanitaire voorschriften in bepaalde landen. Bepaalde besmettingen mogen er daar echt niet in zitten.'
|
| Pieter van den Berk constateert dat de specifieke vraag naar biologisch heel gering is |
|
|
Faassen Plants
Ted Huijbers, accountmanager bij Faassen Plants in Tegelen, houdt zich bezig met de certificering van het bedrijf, met circa 50 hectare laanbomen, 30 hectare bosplantsoen en ongeveer 1,5 hectare containerteelt. Hij vertelt: 'We zouden dolgraag onder het SKAL-certificaat willen produceren, om zo officieel biologisch gekweekt plantmateriaal te kunnen afzetten. Ongeveer vijftien jaar geleden kweekten wij al zo duurzaam mogelijk, onder Milieukeur. Om SKAL-gecertificeerd te worden, moet je minimaal vijf jaar voldoen aan de regels die dit certificaat vereist. Die regels zijn voor ons nog een te grote drempel. De werkdruk op onze kwekerij is te groot om ons bezig te houden met die materie. We vragen ons af waarom verlening achteraf - als je al vijf jaar chemievrij teelt - niet mogelijk is. Wel zijn we officieel PlanetProof- en MPS A+-gecertificeerd. Mijn ervaring is dat 50 procent van de gemeenten en de Bosgroepen nu aanbestedingen doet met PlanetProof- of SKAL-gecertificeerd plantgoed.' Vanuit dat oogpunt gezien zou je kunnen stellen dat er een omslagpunt bereikt is van gangbaar naar duurzaam. Faassen Plants kan de vraag naar zijn PlanetProof-producten in ieder geval wel aan.
|
'Of er ooit een einde komt aan gangbare teelten waarbij chemie wordt toegepast?'
| |
|
Komt er ooit een einde aan gangbare teelten waarbij chemie wordt toegepast? Op die vraag antwoordt Huijbers: 'Ik denk dat het onmogelijk is om dit uit te faseren, tenzij de overheid het Ctgb (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden) álle chemische middelen van de toelatingslijst laat halen. Biologisch gekweekt is altijd duurder en er zijn altijd afzetmarkten die regulier plantgoed vragen.' Huijbers zegt dat Faassen Plants in die vijftien jaar vooral geleerd heeft de gewassen te blijven monitoren. 'Een gezonde plant kan een insecten- of schimmelinfectie altijd beter doorstaan dan we denken. En de infecties treden vaak golfsgewijs op. Als bijvoorbeeld Fagus echt lijdt onder de aanwezigheid van luizen, zou beregenen een optie kunnen zijn. Wij weten uit ervaring dat ze dit niet fijn vinden! Het gebruik van lieveheersbeestjes in open biologische teelten ervaren we als moeilijk. Daarnaast merken we dat onkruid in onze duurzame teelten het grootste aandachtspunt is. Vooral in bosplantsoen levert dat problemen op. Ondanks de mechanisatie houdt bij ons een kleine ploeg de bedden met een schoffel bij, heel traditioneel.'
| Ted Huijbers, accountmanager bij Faassen Plants in Tegelen |
|
|
Kwekerij Dependens
Dat biologisch kweken wel kan, bewijst Jan Huiberts van biokwekerij Dependens in Bennekom bij Wageningen. 'In 2004 hebben wij de overstap gemaakt naar biologisch. Het kan dus wel, dat bewijzen wij al jaren.' Biologisch is een beschermde term en voor Huiberts is het niet onduidelijk wat er nodig is om daaraan te voldoen. 'Er is eigenlijk maar één manier om de keuze voor biologisch telen te maken, en dat is vanuit je binnenste, niet vanuit de portemonnee. In de sector worden kleine stappen gezet, maar om een keerpunt te krijgen naar biologisch moet je anders gaan denken en je moet het ook willen. Je hoort vaak dat de overstap naar biologisch niet kan, maar dat zit hem in de manier van denken.' Huiberts noemt als voorbeeld de blad- en bastvlekkenziekte in lindes. 'In een kwekerij staan zomaar tweeduizend exemplaren bij elkaar. Om de ziekte daaruit te houden, moet je misschien zeven of tien keer per jaar spuiten. Ook omdat de klant geen boom met vlekken erop wil. Ik vroeg aan een beheerder in de stad hoeveel lindes hij had staan; dat waren er ongeveer duizend. Niet één daarvan bleek bezweken aan bastvlekkenziekte, want die bomen staan verspreid over de stad. Op de kwekerij kun je dat dus ook anders aanpakken.' Huiberts ziet vooral dat men op elkaar gaat wachten: 'Je hoort: we kúnnen het aanbod niet veranderen, want de vraag naar biologisch is veel te klein. Dat is een kip-ei-dilemma, waar je op die manier niet uit gaat komen. Eigenlijk hollen we met zijn allen de klant achterna, die er te weinig vanaf weet en die het vaak ook te weinig interesseert of planten biologisch zijn en hoe je dat precies kunt weten. Veel kwekers willen wel duurzamer telen, maar als het niet verplicht is en het wordt wat lastiger, is het goede voornemen snel weer vergeten. De tuincentra zetten ook stappen die goed bedoeld zijn, maar klein. Ook daar zie ik nog geen echte omslag. Ze hebben een groene mond, maar of ze ook groen in het hart zijn, weet ik niet.' 'De overheid kan hier een belangrijke rol spelen', vervolgt Huiberts. 'In 2010 is er wel een belangrijke keuze gemaakt, maar die wordt halfslachtig ingevuld. Er moet verplicht duurzaam ingekocht worden, maar in de praktijk is Milieukeur voldoende. Termen als duurzaam, ecologisch en zelfs biologisch worden te pas en te onpas gebruikt in de praktijk. Als de overheid nu een duidelijke stap vooruit zet, geloof ik wel dat biologisch telen kan doorzetten.'
|
| Jan Huiberts: 'Het kan dus wel, dat bewijzen wij al jaren' |
|
|
Boomkwekerij Udenhout
Ook Boomkwekerij Udenhout is al geruime tijd intensief bezig de teelten te verduurzamen. Directeur Martin Houben zegt hierover: 'Maar wat is biologisch? Wij produceren met onze hele kwekerij op basis van PlanetProof, dus met zo weinig mogelijk middelen. We zijn er vorig jaar in geslaagd om geen chemische insecticiden en fungiciden meer te gebruiken, en het herbicidengebruik ligt bij ons ver beneden de drempel die PlanetProof toestaat. We gebruiken organische meststoffen en doseren bladbemestingsstoffen die ook in andere biologische teelten zijn toegestaan. Mijn visie is dat we zo meer bereiken dan met het opzetten van enkele percelen SKAL.' Houben doet geen uitspraak over de vraag of gemeentes PlanetProof- of juist SKAL-gecertificeerd plantmateriaal prefereren. 'We zijn recentelijk op onze kwekerij gestart met een perceel waarop we in de toekomst onder SKAL-condities willen gaan produceren. Voor onze hele kwekerij proberen we de richtlijnen van PlanetProof zo goed mogelijk na te komen. Naast mechanische onkruidbestrijding gebruiken we grasbanen tussen de rijen. En bij het maaien werpen we het grasmaaisel "op de rij", om de onkruiddruk daar te verminderen. Verder zetten we bij wijze van proef kippen in in de strijd tegen onkruid. Mijn gevoel zegt me dat het aandeel onder SKAL-certificering geproduceerd plantgoed in onze sector op dit moment niet veel meer is dan één procent. Naar mijn mening zou de sector erbij gebaat zijn als er op korte termijn binnen PlanetProof een aantal gradaties zou worden aangebracht in de mate van biologisch telen. Steeds meer gemeentes willen steeds meer biologisch aanbesteden, maar het is niet transparant om welke variant dat precies gaat: SKAL of PlanetProof. Het belangrijkste vind ik dat we ons als kwekers moeten inzetten om gezamenlijk op biologische kweekmethoden over te gaan en daarvoor ons uiterste best moeten doen.' Aan Houbens uitspraken te horen, is hij ervan overtuigd dat de omslag van gangbare naar biologische boomkwekerij aanstaande is, maar dan met meer waardering voor gradaties binnen PlanetProof als aanjager.
| Martin Houben vindt meer gradaties binnen PlanetProof wenselijk |
|
|
Middelengebruik
Wat is de status van de biologische middelen die biologische kwekers mogen gebruiken in hun strijd tegen insecten, schimmels en ongewenste kruiden? Hierover raadplegen we Peter van 't Westeinde van Coöperatie CEMP, een LTO/ZLTO-orgaan. Van 't Westeinde zegt: 'Als het om groene middelen gaat, is er inmiddels een hele serie laagrisicomiddelen op de markt op basis van micro-organismen, zoals bacteriën en schimmelpreparaten. Mits goed gebruikt, zijn die zeer effectief voor schimmel- en insectenbestrijding.' Insiders kennen deze producten en elke industriële toelatingshouder heeft inmiddels een assortiment 'groene middelen'. Enkele voorbeelden zijn Polyversum, een nieuw biologisch fungicide op basis van Pythium oligandrum, en Vintec, een middel tegen taksterfte op basis van Trichoderma atrovirens. Verder zijn Taegro en Amylo-X de afgelopen twee jaar nieuw toegelaten. Dit zijn biologische fungiciden op basis van de bacterie Bacillus amyloliquefaciens, net als het al eerder toegelaten middel Serenade. Velifer is een nieuw biologisch insecticide op basis van de schimmel Beauveria bassiana en is onder meer werkzaam tegen trips en witte vlieg.
| Peter van 't Westeinde: 'Er is inmiddels een hele serie laagrisicomiddelen beschikbaar' |
|
|
Glastuinbouw leidend
Van 't Westeinde: 'Velifer is een laagrisicoproduct waarmee de sector nog moet leren werken. Zo'n nieuw product is ook waardevol om bij de bestrijding te kunnen afwisselen met andere producten. Voor onkruidbestrijding in biologische teelten gebruikt men vaak - met restricties - pelargon-, azijn- en nonaanzuur. Dit uiteraard naast de toepassing van mechanische schoffelmethodes, die al dan niet worden uitgevoerd door een robot. Alle producten en methoden hebben gemeen dat ze duurder zijn dan de gangbare - chemische - aanpak, en dat de industriële toelatingshouders zich bij de ontwikkeling vooral op de glastuinbouw richten. Daar worden producten en methodes in een min of meer afgesloten ruimte gebruikt. Denk bijvoorbeeld aan natuurlijke predatoren, die in een kas binnen blijven, maar waar je in vrije teelten weinig controle op hebt. Zoiets kan bij afzet problemen opleveren als er bepaalde insecten (zoals resterende predatoren, red.) in het plantgoed worden aangetroffen, zeker als de kweker dit via bouwmarkten afzet.' Ziet Van 't Westeinde een doorbraak in de afzet van louter biologische boomkwekerijproducten? 'Voor veel kwekers was biologische telen een gok', constateert hij. 'Ze hebben hiermee een aantal goede jaren gehad. Maar nu de prijzen in de sector over de gehele linie stijgen, hebben wij de indruk dat er juist minder belangstelling is voor biologisch geteelde boomkwekerijproducten, die nóg duurder zijn.'
Veelkoppig monster
Voor boomkwekers die duurzaamheid hoog in het vaandel hebben staan, is het soms noodzakelijk om terug te vallen op conventionele methodes of middelen. Voor hen is het dus nog geen optie om (volledig) biologisch te kweken. Gelukkig worden ook laagvolumesystemen (LVS) steeds gangbaarder in de moderne, duurzame boomkwekerij. Vaak worden ze gebruikt als opbouwsystemen voor de bestrijding van ongewenste kruiden en (blad)bemesting. Magazine Boom-in-Business kopte eerder over de inkoop van biologisch plantgoed: 'Dit is een veelkoppig monster.' De conclusie is dat boomkwekers die zich op duurzaamheid richten dit net zo ervaren. Het is echter lastig om hen hierover iets te laten vertellen 'voor de camera'. De gecertificeerde biologische teeltmethode is voor hen omgeven met vraagtekens. Een andere vraag is of de sector zo'n ontwikkeling min of meer rustig aan de markt overlaat, of dat er juist méér ingrijpen door de overheid nodig is om dit reeds twintig jaar bestaande initiatief tot een succes te maken. Of zouden bijstellingen in de vorm van realistischer doelstellingen tot een snellere marktpenetratie van biologisch plantgoed kunnen leiden?
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
|
|
|
Leo Hoogeveen
Tuesday 8 November 2022 |
|
Verwijs ook naar het artikel van Alwin Scholten en kweker Hoogenraad die meer en meer in stappen naar biologisch gaan. |
|
|
|
|
|
Hanneke
Tuesday 8 November 2022 |
|
Dank je Leo, goed voorstel, ik heb de link naar het artikel erbij geplaatst. |
|
|
Tip de redactie
|
|
| |
Fleetexpo
|
woensdag 13 november 2024 t/m donderdag 14 november 2024 |
|
|
|
| |
Sima 2024
|
zondag 24 november 2024 t/m woensdag 27 november 2024 |
|
|
|
|
|
|
|