'Biostimulanten kunnen goed werken, kies ze met zorg' |
|
|
|
Jan van Staalduinen,
donderdag 4 augustus 2022 |
|
| 282 sec |
Inzet op weerbaar telen loont, biostimulanten vormen een nuttige schakel
Biostimulanten winnen geleidelijk aan terrein in de boomkwekerij. Het aanbod is zeer divers; producten die op het oog uitwisselbaar lijken, kunnen qua samenstelling, kwaliteit en resultaat behoorlijk verschillen. 'Ik vraag daarom altijd naar productspecificaties en onderzoeksresultaten', zegt sierteeltconsultant Wilma Windhorst van AgroPoli. 'Als het dan stil blijft, houdt het voor mij op. Gelukkig zijn er ook producenten van biostimulanten die transparant zijn, effectieve producten maken van consistente kwaliteit én investeren in praktijkonderzoek. Daar kun je iets mee.'
Sebastiaan Hoogenraad tussen zijn planten |
Eén van die integere producenten is PlantoSys in het Gelderse Lochem, dat in eigen beheer biostimulanten ontwikkelt, deze bij onafhankelijke instellingen laat toetsen en vervolgens vermarkt. Met succes, want het pionierswerk van oprichter en boomkwekerijspecialist Alwin Scholten heeft geresulteerd in een groeiend assortiment van specifieke producten en een team van specialisten, waaronder zes teeltadviseurs. En er wordt alweer gezocht naar versterking.
Pas op de plaats
Scholten zelf bedient de boomkwekerijmarkt. Daar heeft hij geen dagtaak aan, maar dat zou voor een algemeen directeur ook niet passen. Hij moet zijn tijd verdelen over algemene managementtaken, R&D en het begeleiden van klanten in zijn 'eigen' marktsegment.
'De afzet in de boomkwekerij is groeiende', zegt hij desgevraagd. 'Tot en met afgelopen jaar stegen algemeen gezien de verkoopcijfers procentueel vrij consequent met dubbele cijfers. Dit jaar stagneert het wat. Dat heeft ongetwijfeld te maken met de toegenomen onzekerheden en kostenstijgingen waarmee telers nu worden geconfronteerd. Onzekerheid maakt voorzichtig en dat is misschien maar goed ook. Ondernemen is immers een kwestie van lange adem. Telers stellen investeringen uit, zetten innovatieplannen in de wachtkamer en zetten de broekriem een gaatje strakker. Dat merken wij ook.'
Hoge loyaliteit
Desondanks gaan telers die de producten van Scholten gebruiken daar in het gros van de gevallen mee door. De loyaliteit is hoog en dat stemt tot tevredenheid. 'Dat zien we over de hele linie en zowel in binnen- als buitenland', vervolgt de Achterhoeker. 'Het toont aan dat klanten meerwaarde zien in onze producten. Die kosten uiteraard geld, maar resulteren ook in besparingen en in opbrengstverhoging.'
3.000 soorten jonge planten
Een kweker die daar al drie jaar ervaring mee heeft, is Sebastiaan Hoogenraad van Hoogenraad Handelskwekerijen in Ederveen. Dit gerenommeerde bedrijf produceert jaarlijks meer dan 5 miljoen jonge planten op 19 ha containervelden, waarvan 3 ha in kassen en tunnels. Wellicht nog opvallender dan de bedrijfsomvang is de breedte en diepte van het assortiment, dat zo'n 3.000 soorten coniferen, bladverliezende heesters, hortensia's, vaste planten, fruitplanten, grassen en geënte planten omvat.
'We moeten scherp blijven om het overzicht te bewaren en onze beloften aan klanten telkens weer waar te maken', erkent het voor de teelt verantwoordelijke directielid. 'Die verlangen uniforme partijen van de gewenste plantopbouw en kwaliteit, in de juiste aantallen. Het maakt voor ons geen verschil of een klant bij ons in het dorp zit, in Azerbeidzjan of in Portugal.'
Drie jaar verduurzaming
In 2020 zette Hoogenraad de eerste serieuze schreden op het pad van verduurzaming. Aanleiding hiervoor was de overtuiging dat planten zichzelf goed tegen ziekten en plagen kunnen weren. 'Daar hebben ze wel wat hulp bij nodig, want van een natuurlijk evenwicht is op kwekerijen meestal geen sprake', stelt de teeltmanager vast. 'Als je ze die hulp kunt geven, het liefst met natuurlijke producten, is er al veel gewonnen. Ziekten en plagen blijven dan langer op afstand, waardoor de druk structureel afneemt. Dat kan interessante besparingen opleveren op gewasbescherming. We hoeven niet per se biologisch te telen, maar minder afhankelijk worden van chemische middelen is wel degelijk iets waarnaar wij streven. Het wordt steeds moeilijker om de teelt daarmee rond te krijgen.'
Aan de slag
Hoogenraad zegt die besparingen inmiddels te hebben gerealiseerd. Hij schrijft dat mede toe aan de biostimulant ArgicinPlus en de bladmeststof Cuprum van PlantoSys, die hij nu drie jaar gebruikt. Sinds vorig jaar geeft hij ook compostthee mee aan het gietwater en gebruikt het bedrijf hoofdzakelijk organische meststoffen. 'Wat we zochten, waren generieke producten die in alle gewassen inzetbaar zijn', zo licht hij toe. 'Ons teeltplan is te divers om ieder gewas, iedere soort of partij in alle opzichten maatwerk te bieden. Ik kende Alwin al enige tijd. Hij wees me op AlgicinPlus en Cuprum.'
ArgicinPlus bevat vier bestanddelen: wilgenbastextract, voor planten opneembaar silicium, nanodeeltjes zilver en ureum. Cuprum is een koperhoudende EG-bladmeststof. 'Daar zijn we mee aan de slag gegaan en we zagen snel dat het gewas er goed op reageerde. Het oogde sterker en vitaler. Ik had ook het idee dat we minder last hadden van schimmelziekten dan in andere jaren. Nu is ieder jaar anders, maar dat beeld is tot nu toe telkens bevestigd.'
Hufterproof fundament
Nu hij ook een bepaalde compostthee en organische meststoffen heeft toegevoegd aan het arsenaal planteigen afweer versterkende middelen, zegt de teler over een bewezen, hufterproof fundament te beschikken voor een teeltsysteem dat op duurzame wijze is ingestoken. 'We hoeven vrijwel geen preventieve bespuitingen meer uit te voeren met chemische middelen', vertelt hij toe. 'De planten zijn robuuster en sterker, waardoor bacteriën en schimmels ze minder makkelijk infecteren en de druk structureel is verlaagd. Zijn we dan helemaal ziektevrij? Nee. In heel gevoelige soorten en rassen zien we heus nog wel meeldauw of bladvlekken. Die moeten we dan alsnog gericht bestrijden, met goed resultaat. Een voordeel van weinig spuiten is dat gewasbeschermingsmiddelen hun werkzaamheid langer behouden; ziekten krijgen geen kans meer om er resistentie tegen te ontwikkelen.'
Niet goedkoper
Op de vraag of hij door de nieuwe teeltwijze geld bespaart, zegt de teler direct: 'Het is echt niet goedkoper, maar ook niet veel duurder dan voorheen. Het accent ligt nu meer op gezondheid en duurzaamheid. Wat we kwijt zijn aan biostimulanten, wordt vrijwel volledig betaald uit gerealiseerde besparingen op gewasbescherming. Een bijkomend voordeel is dat de medewerkers minder blootstaan aan actieve stoffen en dat we een goed verhaal hebben voor onze klanten. Dat is ook winst.'
|
'Biostimulanten zijn onderdeel van een breder systeem dat planten van jongs af aan gezond, sterk en weerbaar moet houden'
| |
|
| Hoogenraads Handelskwekerijen in Ederveen |
|
|
Cursussen weerbaar telen
Terug naar teelt- en gewasbeschermingsconsultant Wilma Windhorst, die we in het intro van dit artikel citeerden. Zij heeft zich al jaren geleden toegelegd op weerbaar telen en heeft daarvoor samen met haar onafhankelijke collega René van Gastel zelfs meerdaagse cursussen ontwikkeld.
'Biostimulanten zijn voor ons geen doel op zich, maar onderdeel van een breder systeem dat planten van jongs af aan gezond, sterk en weerbaar moet houden', zo steekt zij van wal. 'Daar spelen alle teeltfacetten een rol bij, van klimaat, bodem en bodemleven tot bemesting en natuurlijke plantversterkers en biostimulanten. Je kunt wat dat betreft een parallel trekken met de menselijke gezondheid. Wie niet goed voor zichzelf zorgt en ongezond eet, zal sneller en vaker ziek worden, meer medicijnen nodig hebben, gemiddeld minder vitaal zijn en per saldo minder lang leven. Zo simpel is het.'
Voedingssupplementen
Ondernemers die met planten hun brood moeten verdienen, doen er dus goed aan om de natuurlijke plantgezondheid centraal te stellen. 'Biostimulanten of plantversterkers - die termen zijn min of meer synoniem - kun je in dat verband beschouwen als voedingssupplementen', vervolgt de consultant en cursusleidster. 'Hetzij door tekorten aan essentiële mineralen en aminozuren op te heffen door ze voor de plant beter opneembaar te maken, door celwanden te versterken of door de planteigen afweer te stimuleren.'
Direct en indirect
Dat kan zelfs op een indirecte manier. Van silicium, bijvoorbeeld, is algemeen bekend dat het (samen met borium) de opname van calcium door de plant bevordert en daardoor bijdraagt aan sterkere celwanden. 'Minder bekend is dat calcium de celdeling bevordert, waardoor de opbouw van blad en stengels een hogere dichtheid krijgt. Dat levert extra barrières op voor ziekten en plagen', zo vult Windhorst aan. Silicium speelt daar dus indirect een rol in. 'Mycorrhiza-schimmels, die in symbiose leven met planten en van grote waarde zijn voor een gezonde rhizosfeer, zijn kampioen in het opnemen van silicium en andere mineralen voor planten.'
Kritisch blijven
Windhorst erkent dat het voor telers heel lastig is om alle ins en outs van biostimulanten te kennen en het kaf van het koren te scheiden. 'Ook wij leren nog dagelijks bij, dus dat is helemaal niet raar', geeft ze grif toe. 'Het is ook geen geheim dat er nog aanbieders rondlopen die hun beloftes niet waar kunnen maken. Laat dat vooral geen belemmering zijn om biostimulanten toe te passen of daarmee te experimenteren, maar wees kritisch en kies je partners en producten met zorg. Ik heb zelf goede ervaringen met Silicapower van PlantoSys en met aminozuren en zeewierextracten, zowel met de producten zelf als met de achterliggende producenten. Ik vraag altijd naar productspecificaties en onderzoeksresultaten. Als het dan stil blijft, houdt het voor mij op.'
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
| |
Agribex 2025
|
woensdag 3 december 2025 t/m zondag 7 december 2025 |
|
|
|
|
|
|
|