Whatsapp Facebook X LinkedIn RSS feed

Physocarpus (sneeuwbalspirea) in heel Europa op de proef gesteld

ARTIKEL
Facebook Twitter Linkedin Whatsapp
Andreas Wrede en Thorsten Ufer, donderdag 2 juni 2022
238 sec


Eind 2020 zijn bij de Eurotrials, waarbij al enkele jaren siergewassen worden getest, proeven met een assortiment van 28 soorten Physocarpus (sneeuwbalspirea) afgerond. Daarbij werden zes rassen beoordeeld als uitstekend, tien als zeer goed, vijf als goed, twee als ras voor speciale doeleinden en vijf als overbodig.

Waarnemingen van <i>Physocarpus</i> in het tuinbouwcentrum van de landbouwkamer van Sleeswijk-Holstein in Ellerhoop, begin juni 2020, vanuit vogelperspectief
Waarnemingen van Physocarpus in het tuinbouwcentrum van de landbouwkamer van Sleeswijk-Holstein in Ellerhoop, begin juni 2020, vanuit vogelperspectief

Het geslacht Physocarpus behoort taxonomisch tot de rozenfamilie en is daarmee verwant aan appel, peer, kers, roos en meer dan 70 andere plantengeslachten die ook tot de Rosaceae worden gerekend. De nauwste verwantschap is met de geslachten Stephanandra en Neillia (trosspirea). De botanische naam is samengesteld uit het Griekse physa (blaas) en karpos (fruit). Deskundigen zijn het er nog niet over eens of er vijf, zes of zelfs tien soorten zijn die aan dit geslacht kunnen worden toegeschreven. Ze zijn inheems in Noordoost-Azië (P. amurensis) en Noord-Amerika (P. alternans, P. capitatus, P. malvaceus, P. monogynus en P. opulifolius).
Het geslacht Physocarpus bestaat uit bladverliezende heesters, waarvan de bast in reepjes afbladdert op oudere takken. Daardoor worden meerdere lagen roodachtige tot lichtbruine binnenbast zichtbaar. Slechts twee soorten zijn van belang voor de tuinbouw. De twee Noord-Amerikaanse soorten Physocarpus capitatus (Pacifische Physocarpus met twee variëteiten) en in het bijzonder P. opulifolius (59 variëteiten) zijn relevant voor de tuinbouw in Centraal-Europa. In de afgelopen 30 jaar is het aantal rassen van P. opulifolius in de teelt en in de handel zeer snel gegroeid.


Weinig eisen aan locatie

Physocarpus stelt weinig eisen aan de standplaats en kan daarom overal in de tuin geplant worden. De bonte soorten geven de voorkeur aan een plaats in de zon, maar ze verdragen ook halfschaduw. De botanische soort kan zelfs tegen schaduw. De ideale grond voor Physocarpus opulifolius en zijn variëteiten is een doorlatende, humusrijke en voedselrijke grond. De struiken ontwikkelen zich echter ook goed bij een andere bodemgesteldheid, omdat ze zeer flexibel zijn.


Vlinder op Physocarpus

Ideaal voor hagen en als blikvanger

Als er veel ruimte in de tuin is, kunnen er met Physocarpus kleurrijke, bijvriendelijke hagen worden gecreëerd, alleen of in combinatie met andere soorten. De indrukwekkende kleuren van de sneeuwbal blijven niet beperkt tot de bloeiperiode, maar gelden voor de gehele vegetatieperiode; vooral de indrukwekkende bladkleur maakt veel indruk in de tuin. Donkerbladige variëteiten tegen een lichte achtergrond zijn een absolute blikvanger. Omgekeerd zien lichtbladige variëteiten er ook niet slecht uit tegen een donkere achtergrond. Omdat de bloeibereidheid bij jongere twijgen bijzonder hoog is en bij verouderend hout sterk afneemt, dienen de doorgaans sterk groeiende heesters om de vier tot vijf jaar te worden verjongd. Hiervoor haal je de oudste takken net boven de grond weg, wat goed verdragen wordt. Wie de voorkeur geeft aan kleiner bloeiende struiken in de tuin, kan ze snoeien na de bloei, zodat ze het volgende jaar weer rijkelijk bloeien op het hout dat tijdens de vegetatieperiode van het voorgaande jaar is gevormd. Afhankelijk van de variëteit sieren de witte of lichtroze bloemen de tuin van eind mei tot juli; ze worden vaak bezocht door bijen en andere insecten. Vogels eten de vruchten graag. Physocarpus is ook in de stad klimaatbestendig, goed bestand tegen wind, smog en industrie en is gemakkelijk te planten.


Ziektes en plagen

De variëteiten van Physocarpus opulifolius zijn zeer robuust; er zijn geen ernstige ziekten of plagen bekend. Ook is er nauwelijks sprake van vorstschade, wat niet verwonderlijk is, omdat de sneeuwbalspirea zijn natuurlijke verspreidingsgebied heeft van Noord-Canada tot Florida in de VS en verder naar het westen tot Colorado en Zuid-Dakota. Hij is geclassificeerd in de USDA-hardheidszones Z4 en Z5, wat wil zeggen dat een minimumtemperatuur van -23,4 of -34,4 °C zonder veel schade kan worden overleefd. Zelfs de bladeren kunnen in de herfst vorst tot -8 °C zonder schade doorstaan. Alleen bij de vijf rassen 'Anny's Gold', 'Chameleon', 'Jefam', 'Perspectiva' en 'Tilden Park' leverde de test in Duitsland beperkingen op wat betreft winterhardheid.


27 soorten Physocarpus

In mei 2017 werden op de proeftuin in het tuinbouwcentrum drie planten per ras geplant, die in containers van 2 of 3 liter waren aangeleverd. Een soortgelijke procedure werd gevolgd op de andere Europese locaties. Van de rassen 'Anny's Gold', 'Burgundy Candy', 'Lemon Candy' en 'Tiny Wine' waren slechts twee planten geleverd en geplant voor inspectie. In 2018 werd begonnen met de daadwerkelijke inspectie, waarbij de in Tabel 1 genoemde parameters werden gecontroleerd en bepaald. Eind 2020 waren de proeven op de meeste locaties in Europa afgerond. Op elke locatie werden de individuele rassen beoordeeld met *** (uitstekend), ** (zeer goed), * (goed), s (ras voor speciale doeleinden) of 0 (niet-essentiële variëteit).
De zes variëteiten 'Donna May', 'Hoogi016' (LITTLE ANGLE), 'Hoogi021' (LITTLE JOKER), 'Minall2' (ALL BLACK), 'Perspectiva' en 'Podaras 1' (BURGUNDY CANDY), die in Duitsland als zeer goed werden beoordeeld, doen het ook goed op veel andere Europese locaties (tabel 2).


Europese resultaten

Overzicht van de evaluatie van het Physocarpus-assortiment, getest als onderdeel van de Euro Trials op afzonderlijke Europese locaties. Hierbij staat *** voor uitstekend, ** voor zeer goed, * voor goed, s voor variëteit voor speciale doeleinden en 0 voor vervangbare variëteit.

Tabel 2 - resultaten alle EU landen
Physocarpus capitatus 'Tilden Park' als bodembedekker (foto: Boot & Dart Kwekerij, Boskoop)

Physocarpus capitatus 'Tilden Park'

Bijzonder in het assortiment was de variëteit Physocarpus capitatus 'Tilden Park', de enige van de geteste variëteiten die niet tot de soort P. opulifolius behoorde. Op beide Duitse locaties, maar ook in Frankrijk en Nederland, werd hij als ras voor speciale doeleinden beoordeeld, omdat hij door zijn eigenschappen en groeikenmerken geschikt is als bodembedekker voor oppervlaktebeplanting in gemeentelijke gebieden (fig. 4). Als solitaire struik heeft hij echter geen noemenswaardige sierwaarde. De Finnen gaven 'Tilden Park' zelfs drie sterren als excellent ras vanwege de geschiktheid als bodembedekker.


Physocarpus opulifolius, hier 'SMPOTW' (TINY WINE), midden op de foto. In volle bloei is het een lust voor het oog

Kleur van het blad

De belangrijkste kwaliteitsbepalende eigenschap van de variëteiten van P. opulifolius is echter de kleur van het blad, dat het hele seizoen opvalt in de tuin. Daarom zijn de belangrijkste kleurschakeringen van de bladeren van de afzonderlijke variëteiten samengevat in tabel 3. Naast de bloemen, de vruchten (die bij veel soorten ook sierlijk zijn) en de kleur van het blad, is een andere veelvoorkomende sierwaarde dat de nog niet volgroeide bladeren andere kleurnuances hebben dan de volledig gevormde bladeren. Hierdoor oogt het kleurenspel van veel Physocarpus nog rijker.




Kleine soorten voor tuin in stedelijke omgeving

Omdat tuinen vooral in stedelijke gebieden steeds kleiner worden, onder meer door de sterk stijgende grondprijzen, is het wenselijk dat het assortiment Physocarpus ook compacte variëteiten bevat die geschikt zijn voor aanplant in dergelijke tuinen. Met 'Anny's Gold' (geel blad), 'Tilden Park' (groen blad), 'Perspectiva' (rood blad) en 'Minall2' (ALL BLACK) zijn er rassen met verschillende bladkleuren die gerelateerd zijn aan hoogte en breedte (alleen hoogte in 'Tilden Park'). Deze lieten een relatief zwakke groei zien (fig. 6). 'Anny's Gold' groeit zo langzaam dat het gebruik van deze variëteit voor op graven overwogen zou kunnen worden.


Figuur 6: hoogte en diameter (= breedte) van de 28 geteste soorten Physocarpus na afloop van de screening in 2021
Tabel met Hoogte en doorsnedes

De auteurs

De auteurs, dr. Andreas Wrede en Thorsten Ufer, zijn werkzaam bij de Landwirtschaftskammer Schleswig-Holstein in Ellerhoop (Duitsland).

Om te kunnen reageren moet je zijn ingelogd.   LOGIN   of maak gratis een account aan.

REACTIES
Er zijn nog geen reacties.

download artikel

Tip de redactie


ONDERDELEN
Archief
Dossiers
GIP
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Fysiek abonnement
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Adverteren
Verschijningsdata
MEER
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER