Whatsapp Facebook X LinkedIn RSS feed

Mestoverschot speelt rol in vermindering gebruik veen

ARTIKEL
Facebook Twitter Linkedin Whatsapp
Bart Mullink, dinsdag 26 oktober 2021
267 sec


Kringlooplandbouw krijgt gezicht in substraat voor de plantenteelt

Mestvergisting werd geïntroduceerd als antwoord op mestoverschotten. Het restproduct, het digestaat, blijkt bewerkt te kunnen worden tot een goed bruikbaar alternatief voor veen.

Chris Blok
Chris Blok

De substraatgrondstoffenmarkt blijkt de belangrijkste hindernis die moet worden overwonnen om van digestaat een belangrijke veenvervanger te maken. Veen is nu eenmaal gemakkelijk en goedkoop, weet Arjan Prinsen van de Groene Mineralen Centrale. Als er geen probleem met de beschikbaarheid zou zijn, dan zouden alternatieven weinig kans krijgen. Helaas is de werkelijkheid anders en is er veel druk om minder veen te gaan gebruiken.

Bram van der Maas
Bram van der Maas
De Groene Mineralen Centrale, de mestvergistingstak van de Achterhoekse onderneming Groot Zevert, heeft een procedé ontwikkeld waarin digestaat kan worden bewerkt tot een kwalitatief hoogwaardig substraatbestanddeel. Hiervoor werkt het bedrijf samen met mensen van Wageningen University & Research en het op innovaties gerichte kennisnetwerk stichting Biomassa.

Bij diverse bewerkingen ontdoet Groot Zevert het restproduct van de biogasproductie, onder meer van de aanwezige overdaad aan voeding. Bij organische mest is die plantenvoeding gewenst, maar in substraat niet. De overtollige voedingszouten worden verwijderd en in de landbouw gebruikt als alternatief voor kunstmest. De vaste organische fractie die overblijft, is geschikt als bodemverbeteraar. Daaraan is in de Nederlandse landbouw veel behoefte. Dit restmateriaal kan ook dienen als substraatgrondstof.

Bemesting

Het blijkt een hele puzzel om met een goed samengesteld alternatief voor veen op de proppen te komen. Digestaat is daarvoor ook geen makkelijke grondstof, stelt Bram van der Maas van Jiffy Group. Hij zoekt voor deze producent naar alternatieven voor veen in substraten. 'We zijn daar volop mee bezig. Peat reduced en peat free zijn termen die wij dagelijks gebruiken.'


Terwijl veen een goede basis is voor potgronden voor elke teelt, is het bij de alternatieven telkens maatwerk. 'Bij veen weten we precies wat we eraan hebben. Het is schoon, stabiel en ook qua chemie een mooie grondstof. Het is voedselarm en heeft een lage pH-waarde. Met bemesting breng je de voeding op het gewenste niveau, met kalk de zuurgraad.'

'Peat reduced en peat free zijn termen die we tegenwoordig dagelijks gebruiken'

Druk

Bij de toepassing van alternatieven worden producenten als Jiffy uitgedaagd om te combineren en bij te sturen. Ze moeten wel. De bedrijven voelen een grote maatschappelijke druk om minder veen te gebruiken. De leveringsmogelijkheden van veen zijn naar verwachting überhaupt onvoldoende om in de groeiende vraag te voorzien. Er is berekend dat de wereldwijde behoefte aan substraat verviervoudigt in de komende dertig jaar. 'Terwijl', denkt Van der Maas, 'er niet meer veen beschikbaar zal komen, maar eerder minder.'


Jiffy kiest momenteel vaak voor kokos als alternatief. Andere opties zijn compost, houtvezels en puimsteen. Voor allemaal geldt dat de beschikbaarheid en de toepasbaarheid beperkt zijn. Een goede reden om alternatieven die zich aandienen te grijpen. Digestaat kan beslist een rol gaan spelen, is zijn verwachting.

Zoutgehalte

Recente proeven in Duitsland wezen uit dat, afhankelijk van de teelt, tot 20 procent bijmengen van digestaat geen productieverliezen hoeft op te leveren. Hogere percentages leidden wel tot slechtere resultaten. Deze werden toegeschreven aan het zoutgehalte. Een conclusie was dat het geschikte percentage afhankelijk is van de zoutgevoeligheid van de plant.'


'Dit stadium van onderzoek zijn we in Nederland al voorbij', reageert Chris Blok, projectmanager bij Wageningen University & Research. In Duitsland werd het mengsel met digestaat verrijkt met een standaard bemesting. Zulke proeven werden in Nederland eerder al uitgevoerd met Groot Zevert. Daarbij werd een grens van 13 procent digestaat aangehouden. Er werd gekeken wat het effect op chrysanten en begonia's was. De teeltresultaten bleken vergelijkbaar met die van andere potgronden.

Voedingszouten

Een ingewikkeld aspect van digestaat is dat het veel meer zouten bevat dan veen. Blok: 'We verwachten veel van een nieuw proces bij Groot Zevert. Daarbij wordt de vezelrijke dikke fractie die na het vergistingsproces overblijft zo gereinigd dat deze daarna minder voedingszouten bevat. Daarmee wordt het materiaal beter bruikbaar als substraatbestanddeel en kun je ook tot hogere percentages gaan.' Maar wel zorgvuldig, onderstreept hij gelijk. Want na de reiniging blijft nog steeds een behoorlijke hoeveelheid voedingszouten aanwezig. Niet zozeer in te hoge percentages, maar wel ongebalanceerd. In elk geval niet in de verhouding die we bij potgrond graag willen. Het is belangrijk dat die verhouding hersteld wordt.


Potgrondbedrijven moeten om die reden de grond niet meer proberen te verrijken met samengestelde meststoffen. Wat er al veel in zit, moeten ze minder toevoegen, wat minder aanwezig is extra. 'Ze moeten dus in staat zijn om alle benodigde elementen, los, in de juiste hoeveelheid, toe te voegen.' De juiste hoeveelheid is echter ook afhankelijk van het tempo waarin meststoffen uit het digestaat vrijkomen. En dan zijn er nog de fysische eigenschappen, bijvoorbeeld hoe de grond zich houdt bij langer lopende teelten, zoals in de boomkwekerijsector. 'Door met al die aspecten rekening te houden, kun je op bruikbare mengsels uitkomen.'

'Het is van belang om alle benodigde elementen, los, in de juiste hoeveelheid, te kunnen toevoegen'

Arjan Prinsen
Arjan Prinsen

Eigenschappen

Er zijn een paar kanttekeningen. 'De potgrond is niet meer vanzelfsprekend goed, zoals vroeger.' Het is nu zaak om per plant en teelt te bepalen welk mengsel gewenst is, qua samenstelling en eigenschappen. 'Dit is sowieso de trend: doordat we richting veenvervanging gaan, komen er andere eisen in beeld voor de manier van werken. Over het algemeen hogere.'


Prinsen staat in elk geval te popelen om duidelijkheid te krijgen over de nieuwe eisen aan zijn product. Tot die tijd ziet hij namelijk weinig kansen voor een tot een hoogwaardig alternatief voor veen opgewerkt digestaat. 'De markt moet zich ontwikkelen. Dat kan alleen als die producteisen formuleert en duidelijk is over wat het mag kosten. Daaraan hebben we behoefte. Want iedere vervolgstap die we in het productieproces kunnen maken, kost geld. We hebben niets aan een mooi product als niemand daarvoor wil betalen.'

Regelgeving

Blok verwacht dat nieuwe regelgeving een handje zal helpen. Ook uit economisch oogpunt ziet hij goede redenen om die in te voeren. Want het veen, hoofdzakelijk afkomstig uit de Baltische staten, is nog relatief goedkoop te krijgen. Maar de externe kosten van deze niet-circulaire grondstofstromen zijn daar niet bij inbegrepen. Het is om te beginnen de vraag hoe lang er nog genoeg te krijgen is en daarnaast groeit de druk om er zuiniger mee om te gaan. 'Het is mogelijk dat de overheid besluit om het gebruik van veen voor de particuliere potgrondmarkt zelfs helemaal af te schaffen. Vervolgens zal de professionele markt stapsgewijs ook aan de beurt komen.'


Naast wetgeving kunnen bedrijven ook te maken krijgen met inkoopbeleid dat daarop vooruitloopt. 'In Engeland wilden sommige gemeentes alleen nog veenvrij opgekweekte bomen afnemen. Met als resultaat dat alle leveranciers besloten om te schakelen.' Problemen met de teelt zijn hem niet ter ore gekomen. 'Het is voor deze deelmarkt dus haalbaar', luidt zijn conclusie.

Hij kan zich voorstellen dat boomkwekerijen in Nederland er ook een verdienmodel in gaan zien. 'Het verbaast me zelfs dat deze sector nog zo weinig bekend is met de mogelijkheden. In de potplantenteelt legt een aantal bedrijven zich namelijk al helemaal toe op een veenvrij teeltmedium. Ze hebben een businessmodel ontwikkeld waarmee ze dat ook nog eens goed te gelde weten te maken.'

'Bij veenvervanging krijg je te maken met andere, meestal hogere, eisen aan de manier van werken'

Discussie

Als het gaat om de eisen voor specifiek digestaat denkt Van der Maas al snel aan veiligheid. 'We gebruiken bij voorkeur plantaardig materiaal. Het moet altijd zeker zijn dat een grondstof geen ziektekiemen of andere schadelijke stoffen bevat.' Hij weet dat er discussie is over de vraag of daarvoor wel altijd harde garanties kunnen worden gegeven. Wat Prinsen betreft, kan dat zeker. Op voorwaarde dat alleen schone producten - de mest en het toegevoegde plantaardige materiaal - de installatie in gaan. Schoon wil zeggen: zonder verontreinigingen, zoals zware metalen en andere schadelijke stoffen. Het restproduct wordt na de vergisting nog gehygiëniseerd door het een aantal uren tot de daarvoor vereiste temperatuur te verwarmen.


Al die bewerkingen hebben zeker een prijs. Blok ziet daarin geen groot struikelblok. 'Het kan best dat substraten iets duurder worden, al zal dat niet dramatisch zijn. Bovendien is de prijs van substraat, in verhouding tot de totale kosten van een boom, toch al niet hoog.'

Producten uit digestaat van de Groene Mineralen Centrale
Producten uit digestaat van de Groene Mineralen Centrale
Om te kunnen reageren moet je zijn ingelogd.   LOGIN   of maak gratis een account aan.

REACTIES
Er zijn nog geen reacties.

download artikel

Tip de redactie


ONDERDELEN
Archief
Dossiers
GIP
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Fysiek abonnement
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Adverteren
Verschijningsdata
MEER
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER