Een betere diktemaat aan het eind van de teelt |
|
|
|
|
| Twan Wubbels, DCM Nederland,
dinsdag 4 mei 2021 |
 |
| 168 sec |
Door toevoeging van DCM Vivisol bij aanplant van laanbomen
In 2014 startte bij Boomkwekerij Ebben in Cuijk een proef om te kijken hoe de laanbomen op natuurlijke wijze een zo goed mogelijke diktesortering konden bereiken aan het eind van de teelt. Uit dit onderzoek, dat werd uitgevoerd met DCM, fabrikant van organische meststoffen, en toeleverancier Telermaat, bleek dat DCM Vivisol hierbij duidelijk meerwaarde bood. Armand Zeelen en Gerwin de Bruijn van Boomkwekerij Ebben: 'Vivisol rendeert. De kosten die we maken, zijn in twee jaar terugverdiend in de vorm van meer dikteontwikkeling bij onze bomen. We hebben het met eigen ogen meerdere malen gezien.'
 |
Sinds 1862 is Boomkwekerij Ebben actief als producent van bomen en andere beplanting voor de realisatie van groenprojecten. Onder leiding van Toon Ebben worden in de omgeving van Cuijk op een areaal van 500 hectare ruim 1200 soorten laanbomen, meerstammigen, struiken en coniferen geteeld. Zo'n honderd medewerkers zorgen ervoor dat er jaarlijks ca. 50.000 bomen, struiken en andere planten worden verkocht, deels afkomstig van de eigen kwekerij, deels via de handel. Al dit groen vindt zijn weg in meer dan 25 landen binnen en buiten Europa.
Armand Zeelen en Gerwin de Bruijn zijn werkzaam bij de kwekerij en houden zich onder andere bezig met de teelt, bemesting en mechanisatie. In het machinepark voert Valtra de boventoon en wordt tegenwoordig zoveel mogelijk met gps gedaan, van bemesten tot (ver)planten. Plaatsspecifieke bemesting en plaatsspecifieke toepassing van bodemverbeteraars zijn voortgekomen uit de proeven die met Vivisol zijn gedaan.
Proefresultaten
In 2014 rees de vraag wat de toegevoegde waarde zou zijn van een product als DCM Vivisol bij aanplant, toegepast in het plantgat. Bij de teelt van Acers (uitgangsmateriaal 8/10) werd een proef opgezet met DCM Vivisol in het plantgat, handmatig toegediend tijdens het planten. Ook werd er een blanco-object aangemerkt als nulobject. Van beide objecten werden verschillende bomen gemarkeerd, waarvan de stamomtrek direct na het planten werd genoteerd.
|
|
'Tijdens het snoeien zagen we dat de behandelde bomen een vollere kroon hadden'
| |
|
In het najaar van 2015 viel tijdens snoeiwerkzaamheden op dat er verschillen waren. Zeelen: 'Tijdens het snoeien zagen we dat de behandelde bomen een vollere kroon hadden. Gemiddeld was er één tot anderhalve tak per kroon meer uitgelopen dan bij de onbehandelde bomen. Op foto's zijn de verschillen goed zichtbaar.'
Tijdens de eerste metingen in oktober 2015 bleek er bij de met Vivisol behandelde bomen een kleine toename van de dikteontwikkeling te zijn. Daarbij was gekeken naar de toename in dikteontwikkeling per boom per object. Er kwam een verschil van een kleine halve diktemaat naar voren.
 | | De plantmachine van Ebben met aan beide zijdes vier uitlopen om de DCM Vivisol Minigran in één werkgang bij de wortelpruik toe te passen |
|
|
In oktober 2016 werden er opnieuw metingen uitgevoerd. De Bruijn: 'De proeven waren goed uitgevoerd en opgevolgd. De beide objecten lagen naast elkaar en werden herhaald. Alle andere teeltomstandigheden bleven hetzelfde, dus snoeien, bemesten, gewasbescherming, watergift enzovoort. De grond was mooi zwart.'
Uit de diktemetingen bleek dat de dikteontwikkeling in drie groeiseizoenen toegenomen was met ruim een halve maat, vergeleken met het onbehandelde object (blanco). Van de partij Acers viel daardoor een groot deel van de leverbare bomen in een hogere diktesortering.
|
|
Uit de diktemetingen bleek dat de dikteontwikkeling in drie groeiseizoenen toegenomen was met ruim een halve maat, vergeleken met het onbehandelde object
| |
|
Praktische vertaalslag
Bij Ebben beredeneerde en berekende men al snel dat de toepassing van Vivisol in zo'n twee jaar tijd terugverdiend zou zijn in de vorm van meer diktegroei. Het microgranulaat was echter handmatig toegediend bij de proeven. Er werd gezocht naar een manier om dit te mechaniseren. In samenwerking met Landbouwmechanisatiebedrijf Coenders in Lottum werd een Zibo-granulaatstrooier op de plantmachine gebouwd en voorzien van een besturingssysteem met een link naar gps. Tijdens het planten worden alle bomen voorzien van een gps-coördinaat en in dezelfde werkgang wordt Vivisol meegegeven. Hiervoor zijn op de sleuvenmaker op de plantmachine twee keer vier uitgangen gemaakt, afkomstig van de Zibo-granulaatstrooier. Daardoor kan in één werkgang Vivisol worden toegediend op de juiste plaats: direct bij de wortel in de plantgeul. Boomkwekerij Ebben is daarmee de eerste laanboomteler die de toevoeging van Vivisol tijdens het planten heeft gemechaniseerd.
De reden dat werd gekozen voor een grotere Zibo-bak was vooral praktisch van aard. Zeelen en De Bruin: 'Als we planten op mooie, lange stukken, worden er op een dag wel 3.000 bomen geplant. Vaak is het dan ook druk met andere werkzaamheden op de kwekerij. Het is dus van belang dat we efficiënt kunnen werken, dus zonder dat we op elke kopakker Vivisol moeten bijvullen. Met de grotere Zibo-bak hoeven we op een productieve plantdag hooguit twee tot drie keer bij te vullen.'
Laanbomen planten anno 2021
Boomkwekerij Ebben laat weten dat er nog steeds DCM Vivisol wordt toegepast bij het planten van wortelgoed tot de maat 8/10. Daarbij wordt per boom 75 gram op de wortelpruik aangebracht.
In de omgeving van Cuijk is het fosfaatgehalte van de grond doorgaans hoog tot zeer hoog. Er zijn echter ook percelen met fosfaatfixerende gronden. Zeelen: 'Op die plaatsen kiezen we voor DCM Vivifos: een organisch-mineraal startfosfaat, dat zorgt voor voldoende plantopneembaar fosfaat direct na het planten. Onze voorkeur gaat echter uit naar Vivisol; dat heeft zijn toegevoegde waarde inmiddels wel bewezen.'
|
|
| Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
