Trend van hernieuwbare grondstoffen dwingt markt naar verdere schaalvergroting |
|
|
|
 |
| 169 sec |
Interview met Ted Vollebregt, CEO van Peco
In een gesprek met Ted Vollebregt, de kersverse algemeen directeur van Peco, bespreken we de recente fusie van Lensli Substrates, MeeGaa Substrates en Free Peat. Volgens Vollebregt is verdere schaalvergroting het onafwendbare resultaat van de huidige ontwikkelingen in de sector.
Vollebregt: 'Vroeger konden we met een paar bunkers gevuld met grondstoffen ieder gewenst substraat maken. Nu hebben we te maken met een veelvoud aan basisgrondstoffen en dat neemt nog steeds toe. Het borgen van de kwaliteit en beschikbaarheid van deze nieuwe en hernieuwbare grondstoffen vraagt om forse investeringen op het gebied van R&D, bewerkingslocaties en opslagcapaciteit. In dat proces is schaalgrootte een must.'
|
'We zijn behoorlijk verwend geweest met veen'
| |
|
Onbekend
De Peco Group is vrij onbekend, maar behoort met haar drie substraatbedrijven Lensli Substrates, MeeGaa Substrates en Free Peat inmiddels tot de top drie van Nederland. 'Wij maken in Nederland op vier productielocaties ca 1 miljoen kuub substraat. Het gaat met name om substraat dat bestemd is voor de Nederlandse professionele markt. De totale productie van alle substraatbedrijven in Nederland is ongeveer 8 miljoen kuub, maar dat is inclusief export en substraten voor de consumentenmarkt. Van die 8 miljoen blijft ongeveer 4 miljoen kuub over voor de Nederlandse professionele markt.'
Grip op grondstoffen
Vollebregt: 'In de Europese substraatmarkt is al jaren een consolidatie aan de gang. Onze sector is enorm kapitaalintensief. Bedrijven moeten fors investeren in productiemiddelen om nieuwe grondstoffen te bewerken en te doseren. Ook de opslagfaciliteiten moeten flink worden uitgebreid. Daarnaast is er de grote uitdaging om grip op grondstoffen te krijgen en te houden. En dat laatste wordt alleen maar lastiger. Enerzijds doordat de wereldvraag naar substraten nog steeds groeit, anderzijds doordat de beschikbaarheid van grondstoffen onder druk staat. Voor veen geldt bijvoorbeeld dat het lastig is om nieuwe vergunningen te krijgen voor vervening. Maar ook andere grondstoffen hebben hun uitdagingen op het gebied van kwaliteit, betaalbaarheid en jaarrond beschikbaarheid. Daarom investeren we actief in hernieuwbare alternatieve grondstoffen zoals kokos, houtvezel en boomschors, die tevens belangrijk zijn om onze milieu-impact te minimaliseren. Maar de fluctuerende kosten, logistiek en beschikbaarheid van deze materialen blijven een uitdaging.'
Trend
Vollebregt vervolgt: 'De discussie omtrent veen speelt hierbij een belangrijke rol, maar dat moet je ook weer niet overdrijven. De internationale substraatmarkt groeit zo explosief, dat er een enorme druk op de grondstoffenmarkt ontstaat. Vooral vanuit Azië, Noord-Afrika en Zuid-Amerika stijgt de vraag naar substraten. Wat ik eigenlijk wil zeggen: we zullen alle grondstoffen nodig hebben om aan de wereldwijde vraag te kunnen voldoen, en daar hoort veen ook zeker bij.' Volgens Vollebregt is en blijft veen de mooiste grondstof om substraat mee te produceren: 'Voor een kweker, maar ook voor een substraatproducent. We zijn behoorlijk verwend geweest met veen. Deze grondstof wordt in de zomer geoogst, met name in de Baltische Staten en Scandinavië, en kan gedurende het seizoen eenvoudig per schip in grote hoeveelheden naar Nederland worden getransporteerd. Dat is een zeer overzichtelijk proces dat ieder jaar hetzelfde is. Van andere grondstoffen is de bevoorrading vaak veel complexer en onderhevig aan pieken en dalen, mede door geopolitieke oorzaken. Schaalgrootte is dan belangrijk om daarin te kunnen investeren. Het betekent automatisch dat we meer moeten investeren in opslagcapaciteit, ook in Nederland. Wij werken nu vanuit vier locaties: Bleiswijk, Den Hoorn, Cuijk en Vriezenveen. Je zou kunnen denken dat we met het oog op efficiëntie een locatie kunnen sluiten. Maar gezien de uitdagingen waarvoor we staan, zullen we voorlopig wel alle locaties behouden, mede vanwege de verwachte groei in nieuwe segmenten, waaronder Lensli-groentematten. Uiteindelijk hebben we dus meer capaciteit én meer opslag nodig.'
Milieu-impact
Vollebregt is niet alleen algemeen directeur van Peco; hij is ook nauw betrokken bij de VPN, de vereniging van substraatproducerende bedrijven. Ook vanuit die rol heeft hij een duidelijke visie op de ontwikkeling van de markt. 'We zitten nu volop in de veendiscussie, maar uiteindelijk gaat het natuurlijk niet om veen. Het gaat om de milieu-impact van onze substraten en hoe we die kunnen verlagen. Dan kijk je enerzijds naar de lokaal beschikbare grondstoffen, maar ook naar het resultaat, dus naar de vraag: hoe maken we weerbare planten? Het heeft weinig zin om een duurzaam substraat met een lage milieu-impact te maken en er dan achter te komen dat je meer gewasbescherming, water of meststoffen nodig hebt. Vanuit de industrie zijn we bezig met een footprintberekening waaruit blijkt hoe groot de milieu-impact van de verschillende grondstoffen is. Ik verwacht dat die verschillen helemaal niet zo groot zijn. Er zijn meerdere rekentools op de markt voor het maken van een footprintberekening; de VPN streeft ernaar dat alle potgrondbedrijven met dezelfde rekentool gaan werken. Dat is ook de wens van onze klanten, en die kunnen dat gebruiken voor de IKEA's van deze wereld.'
Ted Vollebregt
Ted Vollebregt (1965) is zonder overdrijven een echte substraatveteraan te noemen: hij is al ruim 25 jaar actief in de substraatbusiness. Naast zijn hoofdfunctie was Vollebregt actief betrokken bij verschillende organisaties en heeft hij bijgedragen aan diverse onderzoeksprojecten die de efficiëntie en duurzaamheid in de tuinbouw ondersteunen. Op dit moment is Vollebregt voorzitter van de VPN.
|
LOGIN
met je e-mailadres om te reageren.
|
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|