Autochtoon bosplantsoen voor de Nederlandse markt |
|
|
|
|
| 209 sec |
Vier soorten locaties met autochtone zaadbronnen voor oogsten van zaad voor plantgoed
Tussen 2020 en 2030 moet er 10 procent meer bos in Nederland worden aangelegd. Dat staat in de landelijke Bossenstrategie uit 2020 van het ministerie van LNV en de gezamenlijke provincies. Een toename van 10 procent betekent circa 37.000 hectare extra bos, wat neerkomt op ongeveer 161 miljoen bomen en struiken.
Henk Huijsman, foto: Studio de Swart |
Daarnaast neemt de vraag naar hoogwaardig bosplantsoen uit omringende landen toe. Dat zorgt voor een flinke opgave, waarin ook een risico schuilt voor kwekend Nederland. Wie garandeert dat de overheid deze aantallen waarmaakt? Een afzetgarantie wordt niet gegeven en met relatief duur autochtoon zaad zijn de investeringen hoog. De planten moeten grotendeels van autochtone en/of bosbouwkundige herkomst zijn, zoals vermeld in de Nederlandse rassenlijst. 'Deze soorten zijn, kort gezegd, het beste bestand tegen ons klimaat, ze zijn sterk en vitaal en bevorderen de biodiversiteit', aldus Henk Huijsman, oprichter en directeur van Laxsjon Plants in Otterlo en Zundert. Zijn bedrijf kweekt al een aantal jaren bosplantsoen van autochtone herkomst.
Genenbank en zaadgaarden
Om over voldoende autochtone bomen struiken te kunnen beschikken, moet er flink worden ingezet op het kweken van plantgoed. 'Hier ligt een landelijke uitdaging', aldus Huijsman. 'Er is anno 2024 nog veel autochtoon plantmateriaal nodig; het gaat om miljoenen exemplaren per jaar. Er is maar een beperkt aantal opstanden waar de soorten staan waarvan zaad kan worden gewonnen.' Nederland kent vier soorten locaties met autochtone zaadbronnen waar zaad kan worden geoogst voor de kweek van geschikt plantgoed. Dit zijn de genenbank, zaadgaarden, selectieopstanden en in situ locaties. Samen vormen ze de genenbronnen. De genenbank is in 2006 opgericht door Staatsbosbeheer en het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN). Inmiddels zijn er 65 autochtone soorten ondergebracht in de genenbank. Zaadgaarden zijn vaak kleinere opstanden die speciaal zijn aangelegd voor de zaadproductie. Er zijn zo'n 14 van deze zaadgaarden in ons land. Selectieopstanden zijn bestaande bosopstanden die zijn geselecteerd op bosbouwkundige criteria en waaruit zaad kan worden geoogst. Ons land kent in totaal ruim 235 van deze opstanden. In situ SI-locaties (SI staat voor source identified) zijn locaties, vaak van beperkte omvang, met autochtone struiken en bomen. Er zijn er circa 400 en ze liggen verspreid over heel Nederland. De meeste genenbronnen zijn in beheer bij Staatsbosbeheer. Laxsjon Plants neemt een groot deel van de zaden af bij deze organisatie. Daarnaast worden er zaden geoogst op particuliere landgoederen waarvan gekeurde opstanden in de Nederlandse rassenlijst staan. Als het gaat om de soorten, zijn de grootste aantallen nodig van Quercus robur, Quercus petraea, Fagus sylvatica, Carpinus betulus, Tilia cordata en Tilia platyphyllos. Maar ook van soorten als Betula pubescens, Betula pendula, verschillende Populus-soorten, Viburnum opulus, Alnus glutinosa, Alnus incana en Prunus avium overstijgt de vraag het aanbod. 'Let wel, het gaat hier steeds om miljoenen exemplaren', zo onderstreept Huijsman de omvang van de opgave uit de Bossenstrategie.
| Malus sylvestris appeltjes geoogst om zaden uit te halen |
|
|
Niet altijd rendabel
Laxsjon Plants betrekt het zaad niet alleen van Staatsbosbeheer, maar oogst ook zelf, zij het dat het dan om kleinere aantallen gaat. Dit is een arbeidsintensief traject, waarbij veel kennis en kunde komt kijken. 'Soms gaat het bij het oogsten om hoeveelheden die eigenlijk te klein zijn om rendabel te zijn. Toch doen we dit, want alle beetjes helpen. Van een beschikbare opstand met Viburnum opulus, bijvoorbeeld, kunnen we slechts een paar kilo zaad halen. Dat moet geschoond worden en pas daarna kan het worden uitgezaaid. Vervolgens duurt het nog twee tot drie jaar voordat je plantgoed hebt dat geschikt is voor de verkoop. Het kweken van autochtoon plantgoed is hoe dan ook een kwestie van lange adem.'
|
'Het kweken van autochtoon plantgoed is hoe dan ook een kwestie van lange adem'
| |
|
Autochtoon, inheems: wat is het verschil?
In eerdere edities van Boom in Business is het begrip 'autochtoon plantgoed' al eens toegelicht. Autochtone planten zijn directe nakomelingen van de planten die zich hier na de laatste ijstijd (tot 10.000 voor onze jaartelling) spontaan hebben gevestigd, en die zich via natuurlijke uitzaai of door kunstmatige vermeerdering uit lokaal plantmateriaal hebben vermeerderd. Inheemse planten zijn planten die van nature in een bepaald gebied, bijvoorbeeld Nederland, voorkomen. Deze planten hebben na de laatste ijstijd (toen ze werden teruggedrongen naar gebieden met betere groeiomstandigheden) weer op eigen kracht Nederland bereikt.
|
|
'We streven ernaar dat Laxsjon Plants in één adem wordt genoemd met autochtoon plantgoed'
| |
|
| Vers geoogste Euonymus europaeus zaden uit autochtone opstand |
|
|
Aanbod Laxsjon Plants
Op dit moment bestaat 10 procent van het plantgoed dat Laxsjon Plants kweekt uit autochtoon plantmateriaal. 'We kweken ongeveer 30 autochtone soorten bosplantsoen in grotere aantallen. Hiermee kunnen we de Nederlandse markt bedienen, maar onze ambitie is dit percentage te vergroten. We streven ernaar dat Laxsjon Plants in één adem wordt genoemd met autochtoon plantgoed.' De voornaamste afnemers van planten van autochtone herkomst zijn grootgroenvoorzieners, overheden, landgoederen, kwekerijen en bosbouwbedrijven. Huijsman noemt in dit verband het belang van samenwerking met collega-kwekers met autochtone productie. 'We hebben samen een heel breed aanbod en weten wat er wel en niet beschikbaar is. Ik vind samenwerking in de hele autochtone keten, van zaadoogst tot eindproduct, heel belangrijk. Daarnaast moeten we dringend opschalen met de productie van spillen en laanbomen van autochtone herkomst; dat is de volgende stap.'
Autochtoon is hot
Doordat er enorme hoeveelheden autochtoon plantmateriaal nodig zijn voor het vergroten van het bospercentage, is dit plantgoed hot en kun je er als boomkweker een goede prijs voor vragen. 'Dat moet ook wel, want autochtoon zaad is duur, wat zich dus vertaalt in een hogere prijs voor deze planten.' Toch wil Huijsman benadrukken dat je je niet moet blindstaren op autochtoon. 'Het is niet zo dat alleen autochtone planten geschikt zijn voor ons klimaat. Je kunt je zelfs afvragen of je in het kader van klimaatverandering niet ook moet inzetten op planten die bestand zijn tegen hitte en droogte.'
Meer sturen op aanbod
Huijsman heeft tot slot een advies voor beleidsmakers en ontwerpers die autochtoon plantgoed willen toepassen in nieuwe groenprojecten. 'Vaak worden de planten pas besteld tegen de tijd dat ze nodig zijn. Omdat de vraag groter is dan het aanbod, is niet alles altijd leverbaar. Ik zou hen willen aanraden het plantgoed eerder te bestellen, bijvoorbeeld zodra de beplantingsplannen zijn goedgekeurd. Maar het liefst al drie jaar van tevoren, zodat we meer kunnen sturen bij het kweken van de juiste aantallen per soort. Tegen de tijd dat de planten de grond in moeten, staan ze bij wijze van spreken bij ons klaar voor transport.'
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
| |
Agribex 2025
|
woensdag 3 december 2025 t/m zondag 7 december 2025 |
|
|
|
|
|
|
|