DCM, Legro en Delphy werken met Addenda aan een duurzame Hebe-teelt |
|
|
|
|
| 300 sec |
Succesvolle proef levert nieuwe denkrichtingen op
DCM Nederland, leverancier van organische bemesting, liet in de zomer van 2023 door Delphy onderzoeken of het mogelijk is om Hebe Addenda te telen zonder chemische meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. Dit in een substraat dat voor 55 procent uit hernieuwbare grondstoffen bestaat, oftewel voor 55 procent veenvrij. Daarnaast liep er een test om de planten compact te houden, zonder remmiddelen. 'De kwekers van Addenda waren positief verrast.'
Addenda-kwekers beoordelen de planten aan het einde van de proefperiode |
Joris van Tol houdt zich bezig met marktontwikkeling voor DCM Nederland. Hij zoekt naar kansen voor bestaande producten in nieuwe teelten en voor nieuwe producten in de markt. Een onderdeel van zijn werk is het opzetten van proeven. In mei 2023 vroeg DCM Nederland aan onderzoekspartij Delphy om twee strategieën te testen, beide met Hebe Donna. 'Wij vragen regelmatig participanten bij een onderzoek,' legt Van Tol uit. 'In dit geval vroegen wij Legro om substraat te leveren en Addenda om uitgangsmateriaal van de planten.' Addenda is een telersvereniging met een netwerk van 23 telers van Hebe en Campanula.
Plantweerbaarheid is speerpunt
DCM produceert organische bemesting, een duurzaam alternatief voor chemische bemesting en mineralen. De grondstoffen hiervoor komen uit restafvalstromen, voornamelijk uit de voedingsindustrie. Een circulair en duurzaam principe. 'Wij vinden plantweerbaarheid belangrijk en dat is in de ontwikkeling van onze producten dan ook altijd een speerpunt. Wij ontwikkelen microbiële producten die bijdragen aan die plantweerbaarheid om zo het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen te reduceren. Het telen van Hebe is normaal gesproken een intensieve teelt waarbij onder andere de weersomstandigheden de groei en beheersing van de teelt beïnvloeden. Als DCM willen wij laten zien dat we een strategie bieden waarmee een goede en duurzamere plant geteeld kan worden.'
| Joris van Tol, DCM Nederland |
|
|
|
'Met deze proef hebben wij aangetoond dat we Hebe Addenda op een duurzame manier kunnen telen'
| |
|
Addenda heeft met de betrokken telers bepaald welke Hebe voor een proef met deze doelstellingen het meest geschikt is. Peter Bresser, chain manager bij Addenda: 'We hebben onderling goed contact met elkaar gezocht: Legro, DCM en wijzelf. Binnen onze groep voeren we zelf ook jaarlijks proeven uit met Delphy. Nu we van DCM de vraag kregen om hieraan mee te doen, aarzelden wij niet. Samen kom je verder.'
Veenarm substraat
De proef liep van medio mei tot medio augustus 2023. DCM ontwikkelde daarvoor een recept op basis van hun producten en de verwachting van wat de plant nodig heeft. Ook keken ze welke microbiële producten een bijdrage kunnen leveren aan plantgezondheid. De resultaten waren boven verwachting.
'We hebben twee strategieën getest, in hetzelfde substraat,' legt Van Tol uit. 'Dat is substraat van Legro dat nog maar voor 45 procent uit veen bestaat.' In de afgelopen decennia werden veel gewassen geteeld in substraat gebaseerd op een groot aandeel veen. 'Veen is heel vergevingsgezind als het gaat om het vasthouden van water en nutriënten en voor pH-schommelingen. Het aandeel veen moet, vanwege duurzaamheidsredenen, teruggebracht worden in de toekomst. De alternatieve grondstoffen zijn wat moeilijker om mee te werken dan veen. Hoe minder veen je gebruikt, hoe lastiger het kan zijn om te telen. Daarom laten wij resultaten zien van substraat met 55 procent hernieuwbare grondstoffen.'
|
'We kozen voor Futuro-substraat omdat Hebe vochtminnend is'
| |
|
Henk Berendsen is bij Legro verantwoordelijk voor sales: 'We moesten rekening houden met de soort plant en het gebruik van organische meststoffen tijdens de proef. Het gebruikte Futuro-substraat past daar wat ons betreft het beste bij. Ook sluit het aan bij de opdracht om steeds minder veen te gebruiken. Legro is altijd sterk geweest in het gebruik van hernieuwbare grondstoffen. We gebruiken bijvoorbeeld al sinds de jaren negentig kokos in onze substraten. We hebben in ons productportfolio de Futuro-lijn ontwikkeld, die minder dan 45 procent veen bevat, en onze Green Line-producten zijn zelfs veenvrij. Voor de Hebe hebben we gekozen voor Futuro omdat Hebe vochtminnend is. De Futuro-lijn bevat een deel groencompost en daarvoor hebben wij gekozen, om de organische meststoffen van DCM goed te laten functioneren.'
'Steeds meer vragen gaan over veenvermindering in substraat en daar hebben wij veel ervaring mee, dus dragen wij graag ons steentje bij aan zulke onderzoeken,' vervolgt Berendsen. 'We hebben de proeven regelmatig gezamenlijk bezocht om de voortgang te monitoren.'
De proef
Het doel van de proef was om met 100 procent organische meststoffen een goede, leverbare Hebe te telen in een substraat dat voor 55 procent uit hernieuwbare grondstoffen bestaat. Het secundaire doel was om te kijken of het mogelijk was de planten zonder chemische gewasbescherming en remmiddelen te telen.
De aanpak
Er zijn tweemaal honderd planten opgezet, met voor elke honderd een verschillende strategie. De eerste is om planten van een goede kwaliteit te kweken met een bemestingsstrategie. De tweede strategie is om dezelfde planten iets compacter te laten groeien. Op 15 mei zijn in 3-literpotten twee stekken Hebe Donna van Addenda opgepot.
| Hebe Addenda tijdens de proef van DCM Nederland |
|
|
In het substraat van Legro is het mengsel van DCM opgenomen, waarbij is vastgelegd wat de hoeveelheid fosfor, stikstof en kalium per kubieke meter is. Hier zijn ook Trichoderma-schimmels aan toegevoegd, die ervoor zorgen dat de wortels sterk worden. Voor de tweede strategie, waarbij het streven is een compactere plant op te leveren, zijn de verhoudingen in het recept iets veranderd. Zo is er meer kalium per kubieke meter substraat toegevoegd.
|
'We hebben de planten zonder chemische gewasbescherming of remmingsmiddelen gekweekt'
| |
|
De planten zijn verdeeld in groepjes van twintig planten die aan weerszijden van de waterleiding werden opgesteld, zodat ze in een vergelijkbare situatie werden gekweekt. Omdat het over veenarm substraat gaat en over organische meststoffen, vond DCM het voor de eigen kennis interessant om de evolutie van de pH en de EC te volgen. Deze bleef stabiel. Op 18 augustus is het resultaat aan de telers gepresenteerd. De telers keken naar de beworteling, de bloei, eventuele gele blaadjes, hoe de plant er bovengronds bijstond op dat moment; ze werden kortom met kennersogen beoordeeld.
Stof tot nadenken
Johan van den Broek is onderzoeker bij Delphy: 'Ik ben ook verantwoordelijk voor de teelt op onze onderzoekskwekerij. DCM voert al langere tijd proeven bij ons uit. Onze onderzoeken zijn vaak praktisch, waar onze klanten volgend jaar al iets aan hebben. DCM werkt ook op deze manier. Wij hebben voor deze proef een proefplan gemaakt en de complete proef opgezet en onderhouden. Wat mij opviel, is dat er kwalitatief goede planten staan. Deze planten zijn wel anders dan in de huidige praktijk. Die planten zijn groter, harder gegroeid en voller. De proefplanten zijn niet geremd en niet bespoten. Het is een totaal andere manier van telen. Dit zijn organisch bemeste planten en dat vergt een andere blik en levert een ander beeld op. Het is heel mooi dat dit kan en dat dit bij een aantal kwekers aanleiding geeft om eens na te denken over een duurzamere teeltmethode.'
Nieuwe denkrichtingen
Van Tol: 'Na de proef mogen we concluderen dat we de planten leverbaar hebben gekweekt, zonder chemische meststoffen, gewasbescherming of remmiddelen. Die beoordeling is samen met Delphy en een groep Hebe-kwekers gedaan. Het is dus mogelijk om deze planten ook biologisch te telen. Daardoor kunnen we twee denkrichtingen formuleren. Ten eerste is het wellicht interessant voor hen om een biologische productlijn op te zetten. Een tweede denkrichting voor kwekers is om organische meststoffen en biostimulanten op te nemen in de reguliere teelt, om deze te verduurzamen en plantweerbaarheid te stimuleren. Dan heb je nog geen biologische plant, maar zet de kweker wel stappen in de richting van de biologische teelt.' Berendsen: 'Dankzij deze proef van DCM is aangetoond dat deze planten goed groeien in veengereduceerd substraat en daarnaast goed te sturen zijn. Ook de kwekers waren verbaasd dat er zonder chemisch ingrijpen, noch op wortel noch op insecten, zo'n resultaat behaald is. Kijk, kwekers zijn kritisch; er wordt continu nagedacht over een nog beter resultaat. Maar deze proef is een belangrijke stap naar duurzamer en toekomstbestendig telen. Daarnaast viel het ook nog op dat de luizendruk in deze proef veel lager was dan die bij de verschillende telers die over het land verspreid gevestigd zijn.'
'Aan het einde van de proef hebben we met een groep kwekers het resultaat bezocht en de kwekers waren enthousiast,' vertelt Bresser. 'De opkomst was goed en ze zijn positief verrast over het resultaat, hoe de planten eruitzien. De groep bestond uit kaskwekers en buitenkwekers en zelfs de meest kritische kwekers waren tevreden. Als telersvereniging houden wij ons ook bezig met dit thema: wat kunnen we bereiken als het gaat om reductie van chemische meststoffen en remmingsmiddelen? En tegelijkertijd: accepteert de eindklant een ander beeld van de plant? We willen allemaal van middelen af en werken daar ook aan mee. Hierdoor ontstaat mogelijk wel een ander type plant. Addenda is ook een consumentenmerk, dus werken we aan strategieën om elementen van de traditionele kweek uit te faseren en tegelijkertijd de consument zo tevreden mogelijk te houden. Ik weet dat de kwekers na de presentatie naar huis zijn gegaan en dat het wat ogen heeft geopend. Er wordt nu over nagedacht over wat zij met deze informatie in hun teelt kunnen. Ook hebben wij gesignaleerd dat deze planten minder vatbaar lijken te zijn voor luizen. Het was een eyeopener.'
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
| |
Fleetexpo
|
woensdag 13 november 2024 t/m donderdag 14 november 2024 |
|
|
|
| |
Sima 2024
|
zondag 24 november 2024 t/m woensdag 27 november 2024 |
|
|
|
|
|
|
|