Leren telen met duurzaam substraat vergt kennis, tijd en (meestal) aanpassingen |
|
|
|
|
| 216 sec |
Projectgroep van Lensli en kwekers legt lat op veenvrij
Dit voorjaar formeerde substraatproducent Lensli een projectgroep met elf kwekers die snel een verdiepingsslag wil maken in het telen op duurzaam substraat. Aanleiding is de roep vanuit het Verenigd Koninkrijk om vanaf 1 januari 2026 alleen nog bomen en planten in veenvrij substraat te verhandelen. 'Er is werk aan de winkel, want daarvoor moet hier al minstens een jaar eerder veenvrij geteeld gaan worden,' rekent substraatspecialist Martijn den Brok voor.
|
Of de Britse markt voor bomen en planten over een krappe tweeënhalf jaar werkelijk honderd procent veenvrij zal zijn, is niet zeker, maar het Department for Environment, Food and Rural Affairs, de Britse tegenhanger van ons Ministerie van LNV, heeft die doelstelling begin dit jaar wel degelijk uitgesproken. 'Het leeft daar enorm en Engelse retailketens vragen hun Nederlandse leveranciers al geruime tijd hoever zij zijn met het telen in veenvrij substraat,' verwoordt substraatspecialist boomkwekerij Martijn den Brok van Lensli. 'Wij kunnen goed merken dat kwekers daar een tikje nerveus van worden, want zij spelen die vraag logischerwijze door naar ons. Het is zaak om snel aan de slag te gaan, kennis en ervaringen uit te wisselen én deze te verdiepen. Het project dat dit voorjaar is opgestart, zal minimaal één teeltseizoen duren.'
| Martijn den Brok: 'Het is zaak om snel aan de slag te gaan, kennis en ervaringen uit te wisselen én deze te verdiepen' |
|
|
Toepasbare kennis
De substraatspecialist benadrukt dat er de laatste jaren al vele stappen zijn gezet in het vervangen van veen door hernieuwbare duurzame grondstoffen en het beproeven van nieuwe mengsels in de praktijk. Soms verloopt zo'n omschakeling naar veenarm of veenvrij soepel en zonder noemenswaardige aanpassingen in de manier van telen, maar meestal is er op een of meerdere fronten bijsturing nodig.
|
'Iedere deelnemer heeft veenvrij substraat ontvangen en is daarmee aan de slag gegaan'
| |
|
'Veenarme of veenvrije mengsels kunnen zich anders gedragen dan veenrijke mengsels en kunnen aanpassingen vergen in de wijze van oppotten, in de watergeefstrategie en in de bemesting,' licht Den Brok toe. 'Wij hebben al veel toepasbare kennis vergaard. In het project "Leren telen met duurzaam substraat" dragen we die over op de betrokken kwekers en willen we die kennis verbreden en verdiepen. Iedere deelnemer - overwegend klanten, maar ook enkele niet-klanten - heeft van ons veenvrij substraat ontvangen en is daarmee aan de slag gegaan.'
| R&D-specialist Petra Verbeek van Lensli brengt de oppotkarakteristieken van de veenvrije mengsels in kaart |
|
|
Hoge en lage vochtbuffer
De substraatspecialist legt uit dat hij gericht bedrijven heeft benaderd die veel producten leveren aan Engelse afnemers. In het project wordt ook samengewerkt met een adviesbureau en een meststoffenspecialist. Den Brok ziet voor zichzelf en zijn collega's een duidelijke rol weggelegd om kwekers te ondersteunen bij het leren werken met de veenvrije mengsels. 'Wij hebben twee veenvrije mengsels beschikbaar waarmee al goede resultaten zijn geboekt. Het verschil is de mate waarin zij vocht bufferen. Deze mengsels gebruiken de deelnemers in aparte afdelingen, zodat zij deze afzonderlijk kunnen sturen. Zo leren zij de verschillen tussen oud en nieuw kennen en op welke bijzonderheden zij moeten letten.'
Beoordelen, meten en analyseren
Vanzelfsprekend wordt er intensief gemeten, bemonsterd en geanalyseerd, zodat de kwekers hun bemesting en watergift kunnen finetunen. De deelnemende bedrijven hebben hiervoor, indien nodig, extra sensoren ontvangen en er zullen vaker analyses plaatsvinden in laboratoria. Eens per vier weken vindt een individueel bedrijfsbezoek plaats door Den Brok en een adviseur. Tijdens deze bezoeken vindt een gewasbeoordeling plaats door de ondernemer, Den Brok en een adviseur. 'Dat doen we uiteraard ook in de referentieteelt met het oude, veenrijke substraat,' benadrukt de expert. 'We gaan ook in op de verschillen die uit de metingen en analyses naar voren kwamen, naar de mogelijke verklaringen en naar verbeterpunten ten aanzien van oppotgedrag, watergift, de vertering van bestanddelen in het substraat en andere zaken. Daarbij werken we met de nieuwste rekenmodellen van RHP, onder andere om goed te kunnen inschatten welke voedingsstoffen er vanuit de grondstoffen vrijkomen en wat dat betekent voor het aanpassen van de voedingsschema's. De belangen zijn immers groot en we willen het succes van veenvrij telen niet laten afhangen van gelukstreffers.' De bevindingen worden na het bezoek op schrift gesteld en teruggekoppeld aan de individuele ondernemers. Voor de gehele groep vindt eveneens een periodieke terugkoppeling plaats over de voornaamste leerpunten in de achterliggende periode.
Slotbijeenkomst
In het najaar organiseert Lensli een slotbijeenkomst voor alle deelnemers, die het karakter heeft van een workshop. 'Dat onderdeel zal op grote belangstelling kunnen rekenen, want dan gaan de deelnemers zowel met ons als met elkaar in gesprek. Waarom lukte het telen in mengsel A op het ene bedrijf wel, terwijl het op een ander bedrijf met vergelijkbare gewassen minder goed ging? Wat kunnen we daaruit leren om het de volgende keer beter te doen? Welke vraagstukken komen nog naar voren en hebben nog aandacht nodig? Ik verwacht dat het een intensieve, maar razend interessante dag zal worden.'
Eén jaar is te kort
Volgens de substraatspecialist en initiatiefnemer van het project zijn de elf deelnemers enthousiast over de aanpak en de voorlopige resultaten. Hij benadrukt echter dat één seizoen waarschijnlijk te kort is om alle vragen beantwoord te krijgen en de punten op de i te kunnen zetten. 'We hebben er bewust nog geen einddatum aan geplakt,' zegt hij. 'Hoe het traject er volgend jaar precies uit gaat zien, weet ik nog niet; dat zal mede afhangen van de resultaten dit jaar en van de wensen van de deelnemers.'
Nieuwe initiatieven
Afhankelijk van de behoefte in de markt en van de beschikbare capaciteit staat Lensli open voor nieuwe initiatieven in groepsverband. Wie daar interesse in heeft, kan dat kenbaar maken. Daarnaast worden klanten op de gebruikelijke wijze individueel begeleid in het transitieproces naar het telen in duurzaam substraat. 'In het project zoeken we met volledig veenvrij substraat de grenzen op, maar de markt biedt ook ruimte voor circulaire oplossingen met een beperkt aandeel duurzaam gewonnen veen,' relativeert de projectleider. 'Waar het om gaat, is dat we er samen de schouders onder blijven zetten. Kwekers zullen er daarom ook zelf behoorlijk wat tijd en energie in moeten steken.'
Enorme uitdaging
De substraatspecialist vervolgt: 'De Britse markt lijkt het voortouw te nemen in de roep om duurzaam substraat, maar we weten allemaal dat er ook binnen de EU flink wordt doorgepakt. Hopelijk kan het substraatconvenant dat vorig jaar in Nederland is vastgesteld, ook internationaal als leidraad dienen. Dat zou in elk geval enige rust brengen. Je moet niet vergeten dat de substraatbranche zelf ook nog veel moet onderzoeken en organiseren om zich te verzekeren van voldoende hernieuwbare grondstoffen die tot in lengte van jaren toepassing kunnen vinden. Dat is op zichzelf al een enorme uitdaging. We hebben daarmee overigens al een flinke vooruitgang geboekt, maar we zijn er nog niet.'
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
| |
Agribex 2025
|
woensdag 3 december 2025 t/m zondag 7 december 2025 |
|
|
|
|
|
|
|