'Kennis helpt bij verduurzaming en in gesprekken met klanten' |
|
|
|
|
| 266 sec |
BVB College tilt kennis substraatgebruikers naar hoger niveau
Sinds 2014, ruim voor de fusie met het Finse Kekkilä, organiseert BVB Substrates workshops om het kennisniveau van klanten over substraten naar een hoger niveau te tillen. Deze BVB Colleges zijn interactieve bijeenkomsten over specifieke thema's op post-hbo-niveau, bestaande uit meerdere onderdelen. De huidige cyclus staat in het teken van duurzaam substraat. Boomkweker Niek Vergeldt stak er zijn licht op.
Niek Vergeldt (rechts) en collega Stef Tissen tussen de blauwe bessen |
Niek Vergeldt van Vergeldt en Bouten Boomkwekers uit het Limburgse Lottum nam samen met zijn collega's Rick en Stef Tissen op 2 juni deel aan het BVB College in Grubbenvorst. Zestien substraatgebruikers werden er bijgepraat over de discussie rond het verduurzamen van substraatmengsels (minder veen, meer duurzame alternatieve grondstoffen), het op handen zijnde convenant (dat inmiddels zijn beslag heeft gekregen) en de invloed van alternatieve grondstoffen op de waterhuishouding, het bufferen van voedingsstoffen en de zuurgraad en de daarmee samenhangende manier van telen.
Vergeldt en Bouten
Het bedrijf Vergeldt en Bouten, gesticht door Nieks vader Carl en diens zwager Twan Bouten, is gespecialiseerd in de vermeerdering en opkweek van fruit- en kleinfruitplanten, waaronder druiven, verschillende soorten bessen, vruchtdragende zuilplanten en sierfruit. Twee jaar geleden is het verkocht aan de Zwitserse vruchtbomenspecialist Häberli, die de goede naam van het bedrijf in Noord-Limburg vooralsnog graag in stand houdt. 'Zwitserland was en is voor ons een belangrijke afzetmarkt, waar duurzaamheid en biologisch telen hoog in het vaandel staan', vertelt Niek, die als teeltmanager verantwoordelijk is voor het containerveld van 7 hectare. 'Wij zijn al een tijdje bezig met het verduurzamen van ons teeltsubstraat. Kekkilä-BVB levert ons zes verschillende mengsels en die nemen we beurtelings onder de loep. Afgelopen voorjaar gooide Bram van Bommel, ons vaste aanspreekpunt, een balletje op over een nieuw BVB College, gericht op duurzaam substraat. Daar hebben we direct op ingetekend.'
|
'Wij bieden onze colleges bewust aan op hbo-niveau'
| |
|
Niek is opgeleid aan de HAS in Den Bosch. Deze opleiding was de substraatproducent bij de eerste reeks colleges behulpzaam bij het samenstellen van de theoretische lesmodules. 'Voor een goed inzicht in de eigenschappen van grondstoffen en mengsels en wat die betekenen voor de bemesting, de watergift en uiteraard het gewas, heb je een stevige theoretische ondergrond nodig', verklaart Van Bommel. 'Daarom bieden wij onze colleges bewust aan op hbo-niveau.'
Nuttig en aangenaam
Niet alle deelnemers beschikken over de basiskennis om alles direct te doorgronden, maar de opzet van de colleges is zodanig dat nieuwe kennis toch snel wordt opgepakt. 'Zo beperken we de groepsomvang bewust tot ongeveer vijftien deelnemers en zijn er meerdere collega's aanwezig die de presentaties verzorgen en vragen beantwoorden', vervolgt de accountmanager. 'Er zit ook altijd een praktijkelement in, zoals een excursie naar een kwekerij of een rondleiding over een van onze productielocaties. Tijdens de lunch of het diner is er tijd voor informele gesprekken. Het nuttige en het aangename komen zo altijd samen.' Collega Richard Bremmer, die het college in Grubbenvorst samen met Arjan Zwinkels verzorgde, vertelt dat er in oktober een tweede editie plaatsvond bij een sociaal groenbedrijf in Eindhoven, en dat hij binnenkort op herhaling mag. 'Dat krijg je bij deze kleinschalige opzet, met een thema dat zo sterk leeft', zegt hij. 'We worden actief benaderd door klanten, die antwoorden zoeken op de groeiende vraag naar veenvrij substraat, met name vanuit de retail. Die wil veenarm substraat met een lage CO2-footprint. Echte duurzaamheid omvat echter meer en daar geven wij uitleg over. Daarnaast vertellen we wat de impact op de substraateigenschappen is als je veen vervangt door andere grondstoffen.' De cursusleider wijst erop dat alternatieve grondstoffen meestal resulteren in een substraat dat minder vocht en voedingsstoffen kan bufferen. Vaker water geven in iets kleinere hoeveelheden en bij een iets hogere EC is dan aan te bevelen. 'Afhankelijk van de toegepaste meststoffen zul je ook alerter moeten zijn op het pH-verloop en daar actiever op moeten sturen', vervolgt Bremmer. 'We illustreren dat met praktijkvoorbeelden, onder andere door in te gaan op vragen van deelnemers. Daardoor hebben de colleges een hoog praktijkgehalte en dat spreekt de deelnemers aan, merken wij aan de reacties.'
| Cursusleider Richard Bremmer praat klanten bij over de ins en outs van duurzaam substraat. [BVBCollege_videostill4.jpg] |
|
|
Vragen van klanten
Niek en zijn collega's kijken in elk geval met plezier terug op hun deelname. Als tuinbouwkundig ingenieur had de jonge teeltmanager geen moeite met het niveau van het college en was het voor hem deels een nuttige opfriscursus. 'Waar ik veel van heb opgestoken, is de milieudiscussie rond het gebruik van veen', vertelt hij. 'Wij gaan vragen van klanten niet uit de weg, maar het is complexe materie. Er wordt te gemakkelijk van uitgegaan dat alternatieve grondstoffen, zoals kokosvezel, het milieu niet zouden belasten. En veel klanten realiseren zich niet dat veen onder bepaalde voorwaarden wel degelijk een duurzame grondstof kan zijn. Feitelijk zou je van iedere grondstof de milieufootprint in kaart moeten brengen, zodat je op basis daarvan beter onderbouwde, duurzame keuzes kunt maken.' 'Dat is precies waar de substraatbranche zich hard voor maakt en aan werkt', vult Van Bommel aan. 'Deze genuanceerde benadering vormt ook de grondslag van het convenant dat kort geleden gesloten is tussen substraatproducenten en het ministerie van LNV, kennisinstellingen en milieuorganisaties.'
Milieu-impact potgronden en substraten
In het convenant Milieu-impact potgronden en substraten is de doelstelling opgenomen om voor 2025 te komen tot een groter gebruik van hernieuwbare grondstoffen (gemiddeld 35 procent voor professioneel gebruik en 60 procent voor de consumentenmarkt) en het gebruik van compost te verdubbelen tot 600.000 m3. Ook is afgesproken om dan alleen nog verantwoord gewonnen veen te gebruiken (RPP-label of gelijkwaardig). Vijf jaar later zou het percentage hernieuwbare grondstoffen in substraatmengsels voor de consumentenmarkt op minimaal 85 procent moeten liggen. Voor de professionele markt start in 2023 een onafhankelijk onderzoek naar de beschikbaarheid en milieu-impact van grondstoffen. De inzichten die daaruit voortkomen, moeten leiden tot een nieuwe, breed gedragen doelstelling voor professionele substraten in 2030.
| Arjan Zwinkels, manager productdevelopment Kekkilä-BVB [BVBCollege_videostill5.jpg] |
|
|
Veenvrij druivensubstraat
Er is dus werk aan de winkel, zowel voor producenten als gebruikers van organische teeltsubstraten. 'Dat is geen nieuwe boodschap en daar werken we aan', zegt Vergeldt. 'Uiteindelijk bepalen consumenten en afnemers wat we gaan produceren en op welke manier. De klant is koning, dus daar luisteren wij heel goed naar. In 2021 hebben we een veenvrij kleimengsel in gebruik genomen voor onze biologische druivenplanten voor de Zwitserse markt. Die staan het eerste jaar in de kas en dat beviel goed. Dit voorjaar gingen ze naar het containerveld buiten, waar het mengsel in eerste instantie minder goed uit de verf kwam.' Van Bommel legt uit: 'Voor de druiven in de kas was de vraag om een steviger en minder weelderig gewas te telen. Dit hebben we gedaan door het gemakkelijk beschikbaar water (GBW) te verlagen met veenvrije grondstoffen, waaronder klei. In de buitenteelten, waaronder Prunus, zagen we dat de buffer van vocht en voeding juist te laag was. Daardoor groeiden de planten minder vlot dan gewenst. In 2023 passen we dit mengsel aan met alternatieve grondstoffen zoals Accretio, die juist meer buffer hebben. Veenvrij is dus al haalbaar, maar het is voor ieder gewas en voor elke klant een zoektocht om tot een haalbare en betaalbare oplossing te komen. Persoonlijk ben ik daarom heel blij dat veen voorlopig behouden zal blijven als grondstof. Dat maakt die zoektocht net wat eenvoudiger.'
Stap voor stap
De accountmanager en zijn cliënt stellen vast dat mengsels met (aanzienlijk) minder veen vrijwel altijd om een aangepaste watergeefstrategie vragen. 'Doe je dat niet, dan zul je merken dat de groei minder is dan in een veenrijk substraat', aldus Van Bommel. 'Het komende seizoen zullen we hier opnieuw proeven doen met een breder assortiment', vult Vergeldt aan. 'Niet met veenvrije mengsels, maar wel met minder veen en een groter aandeel andere componenten. Door de stappen wat kleiner te maken, denken we vooruitgang te kunnen boeken zonder concessies te hoeven doen aan het teeltresultaat. Dat blijft voor ons altijd vooropstaan.' Van Bommel, tot besluit: 'Dat blijft ook voor ons het belangrijkste uitgangspunt. De transitie naar duurzaam substraat is een ingrijpend proces, waarin grondstofleveranciers, substraatproducenten, gebruikers en retailers samen en in goed overleg moeten optrekken. Het is goed om te zien dat ons college over duurzaam substraat daaraan bijdraagt.'
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
Iedereen kan gratis kleine advertenties plaatsen via zijn eigen account.
|
|
|
|
| |
Sima 2024
|
zondag 24 november 2024 t/m woensdag 27 november 2024 |
|
|
|
| |
Agribex 2025
|
woensdag 3 december 2025 t/m zondag 7 december 2025 |
|
|
|
|
|
|
|