Roofmijten en schapen belangrijke spelers in duurzame ambities Huverba |
|
|
|
|
| 313 sec |
'We willen voorkomen dat we achteraf grote uitbraken moeten bestrijden'
De laatste jaren is boomkwekerij Huverba steeds bewuster bezig met biologische gewasbescherming. Frank van Helvert: 'Voor biologische bescherming werken we aan het hele teeltproces, van levende bodem tot natuurlijke vijanden.'
Schapen aan het werk als bodemverbeteraars |
Frank van Helvert is mede-eigenaar van boomkwekerij Huverba en is verantwoordelijk voor de productiekant. Zijn agenda bevat dan ook een lange lijst aandachtspunten, waaronder personeel, certificering en natuurlijk duurzame teelt. 'Aan dat laatste besteden we steeds meer aandacht, en biologische bescherming is een onderdeel van dat grotere geheel.'
Als ik duurzame boomteelt zeg, wat komt er dan als eerste bij je op?
'Duurzame teelt begint natuurlijk bij de bodem of het teeltmedium. Als er gezond leven in de bodem zit, groeit de boom duurzamer en sterker. De wortels ontwikkelen zich sterker en de boom is actiever. Om die bodem levend te houden, werken we zoveel mogelijk met mechanische onkruidbestrijding tussen de bomen en de rijen, om gebruik van middelen te vermijden. Alleen ter correctie worden soms andere middelen ingezet, met veel precisie en fijne druppels, zodat er zo weinig mogelijk wordt gebruikt. We starten met een weerbaar gewas, het strategisch kiezen van het teeltmedium of het goed voorbereiden van de grond. Verder besteden we veel aandacht aan de kwaliteit van het uitgangsmateriaal en optimale teeltomstandigheden.'
| Kwekerij Huverba vanuit de lucht |
|
|
Merk je dat de duurzame inspanningen een verschil maken in de plaagdruk?
'We hebben in Nederland decennialang een ontwikkeling doorgemaakt naar een efficiënte teelt met veel monoculturen. Dus veel van dezelfde bomen, heesters of planten bij elkaar, om veel controle te hebben en efficiënt te kunnen werken. Maar dat heeft ook de kans op ziekten en plagen vergroot. Met onze duurzame inspanningen merken we zeker dat de planten gezonder zijn en de plaagdruk lager. Maar helemaal plaag- en ziektevrij krijg je het nooit. We willen voorkomen dat we achter de feiten aan lopen en achteraf grote uitbraken moeten bestrijden. Daarom besteden we veel aandacht aan scouting. Dat komt erop neer dat gespecialiseerde medewerkers goed in de gaten houden of ze signalen opmerken van plagen of ziekten. Een paar mensen zijn daar fulltime mee bezig. Bij de eerste tekenen kunnen we dan preventief ingrijpen om het probleem klein te houden. Verder hebben we onder meer bloemenstroken ingezaaid tussen de bomen en de heesters, om meer diversiteit terug te brengen. De kans op ziekten en plagen wordt daardoor weer wat minder en er worden meer natuurlijke vijanden van plaagdiertjes aangetrokken.'
| Frank van Helvert |
|
|
Staat kunstmest nog op het menu?
'Nee, voor het stimuleren van een gezond bodemleven gebruiken we organische meststoffen. Toen we daarmee begonnen, zagen we meteen resultaat in de vorm van een betere groei. In plaats van zo snel mogelijk groeien de planten nu rustiger, maar sterker en gezonder. Dat zie je bijvoorbeeld ook aan de donkerdere kleur van het blad. Dankzij de organische mest hebben we ook minder last van verschraling van de grond, omdat het minder uitspoelt. We gebruiken stalmest van geiten. Dat bevat van nature minder fosfaten en het sluit goed aan bij onze teelten. Alleen ter correctie hebben we soms andere meststoffen nodig, bijvoorbeeld als er een magnesiumtekort blijkt te zijn. Voor een goede en open bodemstructuur gebruiken we daarnaast compost.'
Op de website zag ik een afbeelding van schapen in een soort wei. Wat doen die daar?
'Die zijn inmiddels heel belangrijk voor ons. Op de percelen die in rust zijn, in afwachting van een volgende teelt, houden we schapen. Een deel van mijn tijd ben ik dus eigenlijk schaapherder, een leuke extra tak van sport. "Onze" schapen zijn van een particuliere schapenhouder. In de periode dat de grond niet bebouwd wordt, zorgen de dieren voor een goede conditie en structuur van de bodem. Je zou misschien verwachten dat ze de boel plat stampen, maar schapen woelen de bovenlaag juist een beetje om. Tijdens de begrazing hoeven we nooit te maaien en geen mest aan te voeren. Daarmee besparen we ook op maaikosten, diesel en bemesting. Voor de schapenhouder is het ook winst, want die heeft een goede plaats om zijn schapen te weiden. In combinatie met een uitgekiend gras- en onkruidmengsel zorgen deze schapen voor een kleine kringloop om onze bodem gereed te maken voor de opplant. Daarbij gaat er niets aan organisch materiaal verloren. De bodem die door de schapen is "voorbewerkt", is een stabiele basis. We hoeven er bij wijze van spreken de komende vier jaar niet naar om te kijken.'
| De kasplanten worden goed in de gaten gehouden |
|
|
|
We gebruiken een heleboel verschillende natuurlijke vijanden om parasieten te onderdrukken, omdat veel beestjes selectief zijn’
| |
|
Maar in de kas zul je een andere aanpak nodig hebben?
'In de kas werken we veel met natuurlijke vijanden. Dat is een andere "hobby" en een mooie uitdaging voor sommige van onze medewerkers. Bij Koppert kopen we doosjes in met diverse specifieke diertjes. Je moet dan natuurlijk wel weten hoe je die moet inzetten. We gebruiken bijvoorbeeld vaak sluipwespen en roofmijten, die we gericht inzetten bij de juiste plaagdiertjes. Deze methode is vooral geschikt voor in de kas, omdat die natuurlijke vijanden er in de buitenlucht sneller vandoor gaan. Om die natuurlijke vijanden goed te kunnen inzetten, worden er wekelijks tellingen gedaan, zodat we weten wat er zoal op de gewassen aanwezig is. Om het proces van bestrijding met natuurlijke vijanden goed te organiseren, heb je echt mensen nodig die er plezier in hebben om uit te zoeken wat werkt en wat niet, welke plagen er zijn en welke natuurlijke vijanden je kunt inzetten, en hoe je dat doet, wanneer en in welke aantallen. Verder moet je er aardigheid in hebben om te monitoren hoe het met de plagen en de vijanden gaat. Gelukkig hebben wij iemand in huis die dat met veel enthousiasme oppakt en aanstuurt.'
| Spintmijt (Tetranychus urticae) leeft als parasiet onder de bladeren. |
|
|
| Roofmijt (Phytoseiulus persimilis) jaagt op spintmijt |
|
|
Er is dus niet een bepaalde supervijand die alle plaagdieren aankan?
'Zeker niet; we gebruiken een heleboel verschillende natuurlijke vijanden om parasieten te onderdrukken, omdat veel beestjes selectief zijn. Sluipwespen hebben bijvoorbeeld de neiging om eitjes te leggen in hun gastheer, vooral in bladluis. Je moet dan wel de juiste sluipwesp kiezen, niet degene die juist dol is op witte vlieg. Een ander mooi voorbeeld van een natuurlijke vijand die we inzetten, is de roofmijt. Onze gespecialiseerde medewerker kan daar urenlang over vertellen. Die kleine, dierparasitaire spinnetjes houden van een specifiek menu. Bij Huverba zetten we drie soorten roofmijt in tegen de meest voorkomende belagers. Phytoseiulus persimilis en Neoseiulus californicus worden effectief gebruikt tegen spintmijten. Door hun vermogen om in korte tijd ontelbare aantallen cellen onder het blad aan te tasten, kunnen spintmijten snel planten ruïneren. Beide roofmijten werken samen in de aanval tegen deze spintmijt. Phytoseiulus is een fanatieke, snelle jager, die niet alleen de vijand, maar vervolgens ook zijn soortgenoten opeet. De wat bedachtzamere Neoseiulus houdt het langer uit en rekent grondig af met eventueel ontsnapte spintmijten. Verder hebben we nog Amblyseiulus cucumeris, een roofmijt die onder meer goed raad weet met trips. En we gebruiken aaltjes en meerdere feromoonvallen tegen de verschillende plagen die zich in de gewassen kunnen voordoen.'
Dus alle inzet op de beestjes?
'Nou, dat ook weer niet. We zetten echt alle denkbare methoden in. We hebben moderne teeltvloeren, die helpen bij het voorkomen van schimmels en waarmee we de verspilling van water tot een minimum beperken. En we hanteren een bewust kasklimaat, om zo min mogelijk energie en grondstof te verspillen.'
-
Zonnepanelen voorzien de pomp van stroom
-
Druppelbevloeiing wordt aangestuurd met vochtsensoren
-
Met druppelbevloeiing wordt veel water bespaard
|
Maakt Huverba ook gebruik van zonne-energie?
'Goed dat je dat vraagt. Op de daken van onze productieloodsen liggen sinds dit jaar zonnepanelen om in onze stroombehoefte te kunnen voorzien. In de loop van volgend jaar gaan we die ook gebruiken voor de interne logistiek, zoals elektrische heftrucks, en voor gereedschap. Ook de druppelbevloeiing werkt bij ons op zonne-energie. De druppelbevloeiing gebruiken we op al onze zandpercelen om water en mest efficiënt en minimaal te verbruiken. De watergift reguleren we met vochtsensoren, die de met zonne-energie gevoede pomp in werking zetten. Zo krijgen de bomen precies de hoeveelheid vocht die ze nodig hebben om onder wisselende omstandigheden optimaal te kunnen groeien. Ook de gesloten watersystemen in de kassen en op de containervelden zorgen dat er geen water wordt verspild.'
En weten de klanten ook welke duurzame inspanningen Huverba levert?
'Daar gaan we wel van uit. Je kunt al het een en ander nalezen op onze website. Maar het belangrijkste is natuurlijk de certificering. We zijn MPS-A-gecertificeerd. Dat betekent niet alleen dat we aan een set regels voldoen, maar ook dat we voortdurend bezig zijn met het bijhouden van wat we doen, welke middelen we gebruiken, waarom en waar dat gebeurt en wat we kunnen doen om de teelt steeds verder te verduurzamen. Daarbij houden we niet alleen het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de gaten, maar ook van water, energie en meststoffen. Dit gebeurt nauwkeurig per productie-eenheid, om conclusies te kunnen trekken en verbeteringen te kunnen doorvoeren. Alleen al door alles bij te houden en te registreren, ontstaat er meer bewustwording en kunnen wij onze milieuprestaties vergelijken met die van collega-producenten. MPS controleert, rapporteert en geeft aanbevelingen en eisen voor het volgende teeltseizoen. Op die manier kunnen we onze duurzaamheid steeds verder verbeteren. Daarnaast zijn we bezig met de volgende stap in de certificering, met On the way to PlanetProof. Dit keurmerk geeft de mogelijkheid om ook het Groenkeur-certificaat te voeren. Om het te behalen, worden er verschillende audits uitgevoerd. Het staat voor producten die duurzamer zijn geproduceerd met oog voor natuur, klimaat en dier, en waarbij rekening wordt gehouden met de draagkracht van de aarde. Dat sluit goed aan bij datgene waar wij met Huverba voor staan.'
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
| |
Agribex 2025
|
woensdag 3 december 2025 t/m zondag 7 december 2025 |
|
|
|
|
|
|
|