| |||||||||||
Voortdurend op zoek naar verbeteringen, uitschieters en lastig te kweken planten Rondom zijn eigen achtertuin staat een mooie rij leibomen van Viburnum plicatum 'Tennessee'. Het is een voorbeeld van de passie voor het vak en het out of the box denken van boomkweker Erwin Maaijen van A & E Maaijen. 'Tennessee' is een uitblinker als het gaat om jaarrond beleving, maar is vooral bekend als struik. Maaijen gaat een stap verder en trekt er spillen van, waarmee boomkwekers weer verder kunnen. Het is een van de bomen uit zijn top tien van mooie en bijzondere bomen.
Erwin Maaijen kweekt exclusieve soorten, waarmee zijn klanten zich kunnen onderscheiden. De meeste planten gaan als halfwas product naar andere kwekers en 20 procent verkoopt hij als visueel aantrekkelijk eindproduct. Op de vraag om tien toppers te noemen uit zijn sortiment van zo'n 200 verschillende soorten en cultivars, zegt hij lachend: 'Dat is lastig. Wat voor ons inmiddels gewoon is, is voor anderen apart. We zijn voortdurend op zoek naar verbeteringen en uitschieters binnen een groep. Iets moet wel echt anders zijn voordat we het opnemen in ons assortiment.' Het kan dan gaan om echt nieuwe toepassingen als een nieuwe cultivar, met ook nog eens een nieuwe groeivorm, zoals Viburnum plicatum 'Tennessee'. Soms is het meer achter de schermen en gaan ze op zoek naar een alternatieve onderstam, omdat er door droogte te weinig zaad is van de normaal gebruikte onderstammen. KlimaatveranderingDe klimaatverandering speelt mee in het zoekproces naar nieuwe producten. 'Toen we een paar jaar achter elkaar een hete zomer hadden en het grondwater zakte, waren er bijvoorbeeld problemen met beukenzaad. De bomen gaan in de overlevingsstand en produceren minder zaden, die nodig zijn voor de onderstamproductie. Voorheen was alles op de lijst van onderstammen beschikbaar. Nu staat bij een deel van de onderstammen vermeld dat ze beperkt beschikbaar zijn of dat de definitieve beschikbaarheid pas bekend is na het zaaien. Gelukkig was het afgelopen jaar een hersteljaar voor veel bomen, zodat we het komende jaar hopelijk geen tekorten meer hebben.'De boom en onderstam moeten goed bij elkaar passen. Ze moeten goed verenigbaar zijn. Dat wil zeggen dat ze mooi aan elkaar groeien, ook na jaren nog goed aan elkaar vastzitten en als combinatie goed weggroeien. Maaijen doet voortdurend proeven om te zien hoe het staat met de verenigbaarheid, of de groeikracht van beide in balans is en of ze beide even winterhard zijn. Maaijen geeft twee voorbeelden. 'Juglans nigra heeft een 100 procent raszuivere onderstam nodig. Als de moederboom bestoven wordt door een cultivar, ontstaan er nakomelingen die mogelijk niet geschikt zijn als onderstam. Onderstammen uit Polen kun je hier niet gebruiken om op te enten. Onze beuken lopen uit rond 30 april, die uit Polen later. Het is vaak een hele puzzel om de juiste onderstam te vinden. Daarbij gaat het om vragen als: maak je er een boom of struik van, hoe zwelt de stam, hoe vertakt de stam enzovoort. Dat speelt allemaal een rol. Ook hiermee onderscheiden we ons.' Top tien: mooier, sterker, beterHet lijstje van Erwin Maaijen bestaat uit drie onderdelen: bestaande soorten, enkele nieuwe soorten die op dit moment in opbouw zijn op de kwekerij en enkele soorten die op komst zijn.BESTAANDE SOORTEN
1.Toona sinensis 'Flamingo' - Chinese mahonieboomDeze boom heeft zijn naam te danken aan de prachtige flamingoroze kleur, waarmee de geveerd samengestelde bladeren in het voorjaar uitlopen. Deze verkleuren later in de zomer naar groen. De bomen zorgen voor een wat mediterrane sfeer. Ook bijzonder in deze selectie is de zuilvorm. De bomen kunnen tot 6 meter hoog en 1,5 tot 2 meter breed worden. 'Wij hebben de bomen jaren geleden van iemand gekregen; ze droegen toen nog de naam Cedrela (niet te verwarren met de Indiase mahonie, Cedrela toona, die een wijd uitlopende kroon heeft). We hebben veel uitgeprobeerd en maken er nu spillen van 1,5 meter van.'De boom is van a tot z eetbaar. In China, waar de soort vandaan komt, zijn de scheuten van de bomen geliefd; ze smaken naar uiensoep. De bast kun je raspen en de wortels kun je in plakjes gebruiken; die smaken naar radijs. Toona chinensis wordt ook gebruikt als kiemgroente. Deze bijzondere boom produceert een hardhoutsoort. De boom is dus op veel manieren bruikbaar. Over de teelteigenschappen vertelt Maaijen: 'Voor zover wij weten, is deze boom in de teelt en dus ook later ziekteresistent. Omdat de boom een vleeswortel heeft, mag hij niet te nat staan. De eerste anderhalf jaar is het een moeilijke groeier. We moeten hem in pot opkweken, omdat woelratten dol zijn op de wortels. Het eindproduct, na drie jaar hier, is een makkelijke plant, hoewel hij nog steeds niet te nat mag staan.' 2. Fagus sylvatica 'Aurea Pendula' - geelbladige treurbeukDeze sierlijke boom heeft opgaande hoofdtakken met afhangende zijtakken. Als hij eenmaal volwassen is, is het een schitterende boom die goudgeel uitloopt in het voorjaar en in de zomer verkleurt naar geelgroen. 'Aurea Pendula' kan zeker 10 meter hoog worden. In Arboretum Trompenburg staat een mooi exemplaar.'Wij kweken de bomen op tot het halfwasstadium. Juist de beginfase van de teelt is moeilijk. In een jong stadium is de boom heel gevoelig voor bladbrand. Dan kunnen de bladeren de hitte van boven, van de zon, en van onder, vanaf de grond, niet aan. De boom kan geënt worden op een gewenste stamhoogte van 1,20, 1,50 of 2,00 meter. Als de bomen op hoogte zijn, kan de wind eronderdoor waaien en zijn er geen problemen meer met de hitte. De griffelproductie is beperkt.' 3. Betula nigra 'Shiloh Splash' - zilverbonte zwarte berk'De bladeren van deze prachtige zilverbonte zwarte berk lopen prachtig uit als roze groeikopjes. Daarna zijn ze mooi groen met een zilverwitte rand. De bomen kunnen 9 tot 12 meter hoog worden. Het is een mooie park-, laan- of straatboom, die het goed doet in iedere grondsoort. Hij is goed winterhard. Wij knippen deze bomen piramidaal en leveren ze ook als spillen.'De meeste berken met bonte bladeren hebben last van bladbrand, maar deze niet. De plant levert in de eerste teeltfase wel een flinke uitdaging op. 'De plant is redelijk gemakkelijk te stekken, maar alleen in de volle grond; hij is niet in de pot te kweken. In de pot krijgt hij last van begoniamijt, een weekhuidmijt. Deze minuscuul kleine mijten zijn alleen via de microscoop te zien en lastig te bestrijden. 's Nachts zitten ze op de plant en overdag in de pot. Je herkent de aantasting aan een rare groeivorm. De uitgroeiende blaadjes aan de top zijn klein en de leden tussen de bladeren zijn kort. Grotere planten hebben er geen last van. Als de planten hier met kluit weggaan, zijn er geen problemen meer.' 4. Viburnum plicatum 'Tennessee'Officieel valt deze niet onder de bomen. 'Wij maken er wel een boom van, omdat hij zo groot wordt. De groeikracht is enorm. In de tuin is het een kleine boom van 3,5-4 meter. We kweken spillen van 1,80 meter met een kroon erop. In onze eigen tuin staan ze als leivorm. Deze boom is ontwikkeld door out of the box te denken. Oud-boomkweker en plantenkenner Ward van Teylingen nam deze Viburnum mee uit de Verenigde Staten als 'Rotundifolia'. Samen met sortimentsdeskundige Ronald Houtman vonden we de juiste naamgeving. De Amerikaanse vinder wilde niets met de plant; wij hebben hem toen samen op naam gebracht. Ter ere van de vinder hebben we hem vernoemd naar de staat Tennessee. Steeds meer kwekers pakken de teelt van deze boom op.'De boom heeft een aantal belangrijke pluspunten:• De schermbloemen hebben een doorsnede van 10 cm en zijn helderwit.• Na de bloei verschijnen de felrode bessen. • De hele zomer dragen ze helder donkergroen blad, dat in de herfst naar koperrood verkleurt. • Deze Viburnum is spintresistent. • Het is een gemakkelijke groeier; vanaf stek kun je snel een stam trekken. De stam zwelt goed en heeft snel een goede diktemaat. SOORTEN IN OPBOUWSoorten in opbouw5. Liriodendron tulpifera 'Snowbird'Deze Amerikaanse tulpenboom komt van oorsprong uit Nieuw-Zeeland, van de New Zealand Duncan & Davies nursery. Het is een compact groeiende tulpenboom. 'Hij is via een omweg bij ons terechtgekomen. Nick Dunn van Frank P. Matthews heeft deze cultivar meegebracht naar Europa. Uiteindelijk kwam hij bij ons terecht via een Poolse klant, die vroeg of we hem konden vermeerderen. We hebben hem inmiddels een jaar of vijf. Mensen die hem zien, valt meteen de heldere zilverbonte kleur op.'Ondanks het zilverbonte blad is de boom niet zonnebrandgevoelig. Hij loopt niet terug naar groen, in tegenstelling tot aureomarginatum. Het is geen snelle groeier. Deze cultivar blijft een stuk kleiner: hij wordt niet 10 meter, maar 5 à 6 meter hoog. De tulpenboom is volledig ziekteresistent. 'We bouwen de productie op. De vraag loopt op, doordat kwekers die met kleine aantallen begonnen zijn nu grotere aantallen willen. Uiteraard levert ook hier de jongste teeltfase een uitdaging op: de onderstammen zijn lastig verkrijgbaar en de vermeerdering is niet gemakkelijk. Er is dan veel uitval. Maar als hij hier eenmaal weg is, is het een mooie, rustige groeier, die heel geschikt is voor de kleine tuin.' Verderop in dit artikel meer over Liriodendron: 'We zijn nog volop aan het testen en brengen de nieuwkomers onder bescherming.' 6. Parrotia persica 'Cherry Tips'Parrotia persica 'Cherry Tips' dankt zijn naam aan de mooie glanzende kersenrode groeitoppen. De boom heeft mooie donkergroene bladeren met een paarse rand. In de herfst verkleuren deze geel. De groeiwijze is opgaand. Hij vertakt goed en sterft 's winters niet af in de kop. De boom is klimaatbestendig en kan tegen de Italiaanse warmte en Poolse koude.'Wij zagen de soort bij Henny Kolster. Hij had maar één plant, die hij tot bol knipte. We vonden het een interessant product. Zelf deed hij er niets mee en wij mochten stekjes knippen om ermee verder te gaan. We hebben een partijtje naar Italië verkocht. De Nederlandse laanboomkweker Willem Akkermans van L. Akkermans in Maashees deed een proef met spillen van 2 meter. Via deze kwekers kwam er steeds meer vraag uit de markt. Ook zijn er partijtjes als struik weggegaan. Door de goede vertakking en opgaande groei is er gemakkelijk een goed gevulde struik van te maken, of een meerstammige boom. Wij zien veel potentie in de kweek en zeker kansen voor uitbreiding. De plant is goed ziekteresistent.' CULTIVARS ZONDER NAAM DIE OP KOMST ZIJN
7. en 8. Liriodendron tulipifera bolvorm 'Edward Gursztyn' en een selectie zonder naamHet gaat hier om een eigen, nog jonge selectie en de dwergvorm 'Edward Gursztyn'. De proeven zullen eind dit jaar zijn afgerond. Maaijen wil hem officieel opnemen in zijn iriodendron-sortiment.'We vonden de selectie in een partij zaaigoed van onderstammen. We kweken spillen van cultivars. In een mislukte veredeling bleef er één kleiner dan de rest; die hebben we apart gezet om te volgen. We willen eerst zien wat het is en hoe hij groeit. Het bleek een gelukstreffer. We hebben de eigen soort nu op een 2 meter-stam gezet, naast andere soorten, om te vergelijken. Onze soort groeit 70-80 centimeter per jaar. Hij vertakt zich vanaf de basis goed en vormt een mooie volle bol doordat hij op de takken ook goed vertakt. Het blad oogt vol en gezond. Wij vinden dat het een andere plant is. Maaijen vervolgt: 'We hadden toen al een andere kleine: 'Edward Gursztyn', een reeds bewezen cultivar die al bekender was. We hebben nu de licentie gekregen om hem te vermeerderen. Hij heeft een ander soort blad en blijft veel kleiner. Hij groeit circa maximaal 30 centimeter per jaar. 'Edward Gursztyn' is vooral geschikt voor in de kleine tuin; die van ons heeft iets meer ruimte nodig. Net als een bolcatalpa moet je hem ieder jaar knippen. Dan krijg je er weer een mooie bol op.' Dit jaar is de laatste proefperiode. 'Eén boom knippen we af; de andere laten we zonder te knippen doorgroeien. Als de test afgelopen is, gaan we hem beschermen en krijgt hij een naam die past bij de plant en groeivorm. Zo proberen we een serie Liriodendron-cultivars te maken.' 9. Nyssa sylvatica 'Autumn Burst' PBR en 'Big Lady' PBRNyssa sylvatica draagt de Nederlandse naam zwarte tupeloboom. Het is een flinke hoge boom met piramidale kroon en mooie herfstkleur. Maaijen heeft twee nieuwe, zich onderscheidende cultivars gevonden via de Nederlandse kweker John de Lepper.'Autumn Burst' heeft mooie dieprode bladeren in de herfst, zwelt goed op de stam en heeft een krachtige zetting. 'Big Lady' is een brede elegante groeier en is goed gevuld met takken. Het grootste voordeel van beide is dat ze goed winterhard zijn: bij -25°C bewezen. Het vermeerderen van de nieuwe cultivars is geen probleem; het vinden van onderstammen echter wel. 'De juiste onderstammen zijn niet of onvoldoende verkrijgbaar. Enten op Nyssa aquatica is wel mogelijk, maar deze komen uit het zuidelijke deel van de Verenigde Staten, waar er bijna geen winter is. Ze zijn als onderstammen dus niet geschikt, omdat ze niet winterhard genoeg zijn. Dat is jammer, want onze Nyssa sylvatica-cultivars zijn zeer winterhard.' Maaijen slaakt een noodkreet: 'Als er mensen zijn die wel weet hebben van een geschikte onderstam Nyssa sylvatica of van zaad, meld het ons!' 10. Carpinus betulus zuilvormig, heeft nog geen naam, een echte nieuwigheidAchter deze haagbeuk zit een heel verhaal. De boom is gevonden in Hongarije, op een begraafplaats. Hij had dusdanige eigenschappen dat iemand zei: daar moeten we wat mee. Erwin Maaijen zag hem met Ronald Laman van Breederplants. 'Het was een boom van 6 meter hoog, met een doorsnede van 80 cm en strak opgaand. Daar moeten we wat mee, zeiden we. Carpinus enten gaat goed.'Nog voor het zover was, kwam er een telefoontje uit Hongarije, hartje zomer: de boom is omgewaaid en afgebroken; er is nog één tak. Er was maar één optie: ernaartoe en de tak afknippen. Dat was nog spannend. Was die tak van de juiste soort, van de onderstam of van een zaadje dat er vlak naast gekiemd was? We hebben van de tak een paar honderd griffels geknipt en geënt. Ook dat was spannend: wat komt eruit? Het bleek de juiste te zijn. We zagen wat we daar ook gezien hadden: de bomen hadden blad als Carpinus fastegiata, maar dan groter en harder qua structuur en donkerder groen. Voor onze Boskoopse kwekerij wordt de boom te groot om volledig te testen. Hij staat nu eveneens bij laanbomenkwekerij L. Akkermans in Maashees; die heeft sinds het afgelopen najaar bomen van 4 à 5 meter. Ze staan daar ter vergelijking naast C. fastigiata, C. 'Frans Fontaine' en C. 'Lucas'. Al deze cultivars hadden last van meeldauw, maar de nieuwe cultivar niet. De nieuwe Hongaarse cultivar groeit strak omhoog zonder veel snoeiwerk en is duidelijk onderscheidend.' 11. Corylus avelana 'Red Ghost'Deze nieuwkomer is nu in de laatste testfase. Het is een eigen vinding uit zaaigoed van Corylus. De ouders zijn onbekend. Het zaaigoed komt uit de natuur. 'We gaan dit jaar de productie verder opstarten en er is bescherming aangevraagd. Corylus avelana 'Red Ghost' is de voorlopige naam. We denken nog na over de definitieve handelsnaam. De cultivar is al bijna beschermd. We kweken ze op tot spillen. Volgend jaar of het jaar erop komen we ermee op de markt.'Het gaat om een rood blijvende Corylus avelana. 'Er zijn al andere rood blijvende cultivars, zoals 'Maxima Purpurea', maar dat zijn struiken. Die van ons heeft een grote groeikracht, zodat we de stekken kunnen opkweken tot kleine bomen.' Voordelen van 'Red Ghost':• blijft rood,• vanaf de stek een krachtige groei, • zwelt goed op de stam, • het is de enige avelana als boomvorm in rood en hij kleurt niet terug naar groen tijdens het seizoen.
Tip de redactie |
|