Transitie naar veenarm substraat verloopt in samenspraak met leverancier Jiffy |
|
|
|
Jan van Staalduinen,
donderdag 4 november 2021 |
|
| 198 sec |
Hendrik Out bereidt zich voor op een veenarme toekomst
Dat kwekers voor hun teeltsubstraten minder afhankelijk moeten worden van veen is al jaren bekend. Veen is een geweldige grondstof voor teeltsubstraten, maar bij grootschalige veenwinning moeten kanttekeningen geplaatst worden. Dat gebeurde dan ook.
Boomkwekerij Out uit Hazerswoude is al ruim 85 jaar verbonden met Boskoopse sierheesters. Het bedrijf omvat 8 ha containervelden, kassen en volle grond. Duurzaamheid is één van de factoren waarmee Jan Out en zijn jongere neef Hendrik zich willen onderscheiden. Twee jaar geleden begonnen zij met het verduurzamen van de bedrijfsprocessen, inclusief een verkenningstraject voor nieuwe, veenarme substraatrecepten die afgestemd zijn op de behoeften van het brede assortiment. 'Met afwachten kun je je niet onderscheiden', merkt Hendrik nuchter op.
Samen aan de slag
In navolging van producenten, brancheorganisatie VPN en kenniscentrum voor substraten RHP werken kwekers toe naar verdere verduurzaming. Boomkwekerij Out besloot om geen afwachtende houding aan te nemen, maar de handschoen op te pakken en samen met leverancier Jiffy aan de slag te gaan. 'Wij zijn aangesloten bij telersvereniging Addenda, die onder het gelijknamige merk een deel van ons assortiment in de markt zet', vertelt Hendrik. 'Addenda wil zich onderscheiden met een breed assortiment topproducten in Campanula, Hebe en Maori. Topkwaliteit betekent voor ons én voor onze afnemers ook dat de producten aantoonbaar duurzaam geproduceerd zijn, met respect voor mens, dier en milieu. De focus ligt op rassen die minder vatbaar zijn voor ziekten en plagen, op weerbare planten en op biologisch afbreekbare productaccessoires, zoals etiketten. Binnen de werkgroep productontwikkeling, waar ik deel van uitmaak, is op enig moment de vraag gesteld hoe we onze CO2-footprint zouden kunnen verlagen. Sindsdien zijn we actief op zoek naar veenarme en veenvrije teeltsubstraten.'
|
'Hoe kunnen we onze CO2-footprint verlagen?'
| |
|
| Dennis Colpa van Jiffy (links) en teler Hendrik Out houden de vinger aan de pols bij de proef met Hebe in veenvrij substraat. |
|
|
Geleidelijk meer veen vervangen
In 2020 legde de ondernemer die vraag voor aan Dennis Colpa, accountmanager van Jiffy, dat al sinds jaar en dag veensubstraat levert aan het familiebedrijf. 'Daar wilden wij uiteraard graag aan meewerken', reageert Colpa. 'Wij passen al heel lang veenvervangers toe, zoals kokoschips, bark, compost en houtvezel. Tot voor kort realiseerden we daarmee hoogwaardige mengsels die tot 25 procent van het oorspronkelijk aanwezige veen vervingen. Inmiddels wordt er al doorgepakt met mengsels die 35 tot 50 procent minder veen bevatten. Een beperkt aantal telers verkent met ons de mogelijkheden om daarmee nog verder te gaan, maar het overgrote deel is daar op dit moment nog niet aan toe of voor ingericht.'
Tijdrovend proces
Ook Out is nog niet zover dat hij zijn vertrouwde veenmengsels door veenvrije varianten kan vervangen. Hij geeft aan dat hij meer ervaring op moet doen met specifieke mengsels voor de verschillende gewassen. Jiffy speelt daarbij een actieve rol als ontwikkelingspartner. 'Nieuwe recepten ontwikkelen is een tijdrovend proces, vooral wanneer je aan de slag gaat met grondstoffen die zich anders gedragen dan veen', licht de accountmanager toe. 'Sleutelen aan recepten, zelfs als het pure veenmengsels zijn, heeft altijd impact op de fysische en chemische eigenschappen van het substraat. Daar zal je rekening mee moeten houden bij het oppotten, bij de watergift en bij de bemesting. Door de recepten in kleine stapjes te variëren en visuele waarnemingen naast laboratoriumanalyses te leggen, krijg je geleidelijk aan meer inzicht in de interacties tussen het teeltsubstraat, het gewas en de optimale strategieën voor watergift en bemesting.'
| De wortelkluit heeft zich goed ontwikkeld |
|
|
Meerdere mengsels
'Wat het nog complexer en tijdrovender maakt, is de veelheid aan gewassen en de variatie in teeltsystemen', vult Out aan. 'Wij gebruiken wel zeven of acht mengsels voor onder andere Salix, heesters, Buxus, Daphne en Acer. Elk mengsel is tot in detail afgestemd op specifieke combinaties van gewassen en teelt- en irrigatiesystemen. Hebe is bijvoorbeeld een waterminnend gewas, dat substraat met een hoge opnamecapaciteit nodig heeft.'
Shelf life-onderzoek
Out en zijn leverancier kijken verder dan alleen de teelt. 'Addenda vindt het erg belangrijk dat de consument lang plezier heeft van onze planten', verklaart de teler. 'Shelf life-onderzoek is in dat verband een vaste routine. Het substraat kan daar invloed op hebben, dus ook dat aspect nemen we mee in het ontwikkelingstraject.'
Uitdagend traject
Tot nu toe zijn er met behulp van alternatieve componenten, waaronder houtvezel in diverse fracties en verschillende soorten klei, meerdere veenvrije recepten ontwikkeld waarin de planten zich redelijk op hun gemak lijken te voelen. Het einde van het ontwikkelingstraject is echter nog lang niet in zicht, benadrukken de boomkweker en zijn leverancier. 'We hebben nu een jaar proeven gedaan in de kas', verklaart Out. 'Daarbij boeken we voortgang. De stap naar buiten moeten we echter nog maken. Die brengt nieuwe uitdagingen met zich mee. Voor bedrijven van flinke omvang met een diversiteit aan containerteelten is het echt een uitdagend traject, dat tijdig moet worden ingezet. De markt verlangt op dit moment nog niet van ons dat we telen in veenvrij substraat. Wanneer dat wel van ons verlangd wordt, wil ik er klaar voor zijn.'
|
'We zijn nieuwsgierig of we de lat nog hoger kunnen leggen'
| |
|
| Hendrik Out: 'Topkwaliteit betekent voor ons én onze afnemers dat producten aantoonbaar duurzaam geproduceerd zijn.' |
|
|
Waar ligt de grens?
Zou het niet veel handiger zijn om in eerste instantie de mogelijkheden van gedeeltelijk veenvrije substraten te onderzoeken? 'Voor de korte termijn zou dat het eenvoudigste zijn', erkent de ondernemer. 'Wij zijn echter gewend om te innoveren en ik ga een uitdaging niet snel uit de weg. We zijn gewoon razend nieuwsgierig of we de lat voor onszelf nog wat hoger kunnen leggen. Als dat straks mogelijk blijkt, hebben wij een onderscheidend verhaal voor onszelf en onze telersvereniging. Lukt het niet, dan kunnen we altijd een stap terug doen.'
Sector in beweging
'Met de ontwikkeling van veenarme substraten gaat het vrij snel', reageert de accountmanager van Jiffy. 'Wij benaderen onze klanten actief. Daar wordt goed op gereageerd en ze pakken door met het aanpassen van recepten. Jan en Hendrik hebben met een kleinschalige proef in Hebe al in het eerste jaar veel nieuwe kennis en ervaring opgedaan. Omdat het stap voor stap plaatsvindt, is het ondanks de uitdagingen goed te behappen. Door vroeg te starten, is er tijd om het pad naar veenvrij substraat te verkennen en dat is geen overbodige luxe.'
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
| |
Agribex 2025
|
woensdag 3 december 2025 t/m zondag 7 december 2025 |
|
|
|
|
|
|
|