'Alle kleuren, als ze maar groenblijvend zijn, en alle maten, als ze maar groot zijn' |
|
|
|
|
 |
| 183 sec |
Boomkweker Sander Hendrikx: nog net geen 40, maar wel al 25 jaar actief als boomkweker
Boomkweker Sander Hendrikx wil het graag anders doen. Toen hij een naam voor zijn bedrijf moest verzinnen, koos hij heel eigenwijs voor 'Hendrikx Groenvormen' in plaats van het standaard voorvoegsel 'boomkwekerij'. Dat heeft ook alles te maken met de doelgroep van Hendrikx. Alles wat hij kweekt, komt uiteindelijk als groene vorm ergens in een tuin. Hoveniers in binnen- en buitenland zijn de belangrijkste klanten.
| Sander Hendrikx van Hendrickx Groenvormen |
Sander Hendrikx was nog maar amper 14 jaar toen hij voorzichtig de eerste stappen zette op het boomkwekerijpad. Hij zit dit jaar dus exact 25 jaar in het vak. Hendrikx: 'Mijn ouders hadden een melkveebedrijf, maar ik had al snel door dat koeien niets voor mij waren en begon op mijn veertiende te hobbyen met wat stekjes. Op mijn zestiende had ik een halve hectare planten en daarnaast werkte ik op zaterdag bij een aantal kwekers, onder andere bij Walter van Laak in Hilvarenbeek en later ook bij Marcel Michels in Diessen. Toen ik wat ouder werd, bleek dat het lastig was om volledig als boomkweker te starten. Daarom werkte ik erbij als hovenier. Na de Mas en de Has kon ik hier op deze plek een stuk grond kopen. Vandaaruit startte ik mijn bedrijf.'
Ook hierbij koos hij aanvankelijk voor een combinatie van hoveniersbedrijf en boomkwekerij. Hendrikx: 'Ik heb lange teelten. En omdat er in de tussentijd ook iets binnen moet komen, ging ik werken als hovenier en bouwde ondertussen de boomkwekerij op. Toen ik afstudeerde van de Has kwam deze locatie te koop en toen het lukte om eigenaar te worden kon ik een goede start maken. In die tijd stond hier op deze plaats nog geen woonhuis en woonde ik nog bij mijn ouders, ook om kosten te besparen. In 2014 had ik mijn boomkwekerij voldoende op orde om afscheid te nemen van het hovenierswerk. Ondertussen is het woonhuis gebouwd.
|
|
'Ik had al snel door dat koeien niets voor mij waren'
| |
|
Groot, groter, grootst
De specialisatie van Hendrikx bleef onveranderd. 'Mensen hebben behoefte aan grote maten om privacy en rust in hun tuin te creëren.' De soorten die de kweker opzet, zijn vooral Taxus, Prunus, Osmanthus, Thuja en Ilex. Hendrikx probeert zo weinig mogelijk te schuiven in dit sortiment. Enerzijds omdat hij zekerheid wil bieden aan zijn klanten, maar ook omdat hoveniers sterk de neiging hebben om in het oude te blijven hangen. Gewone hulst is voor Hendrikx een goed voorbeeld. 'Ik kweek Ilex aquifolium, de botanische soort, en daarnaast Ilex aquifolium 'Alaska'. Deze hulst is net wat voller en strakker dan de botanische soort en dus op veel fronten beter.' Toch kiezen hoveniers vaak voor de botanische en is zo'n cultivar lastig te verkopen. Hendrikx vindt dat jammer, omdat dit ertoe zou leiden dat je steeds minder diversiteit in de tuin hebt.
Tegelijk geeft Hendrikx met Osmanthus x burkwoodii het voorbeeld dat het ook anders kan. Deze schijnhulsthybride, een kruising tussen Osmanthus decorus en Osmanthus delavayi, was tien jaar geleden nog totaal onbekend, maar heeft snel opgang gemaakt omdat deze soort echt iets toevoegt. Burkwoodii ruikt lekker en is breed toepasbaar: als bolletje, als haag en als meerstammige.
Een andere redelijk recente topper is Elaeagnus ebbingei, ook wel bekend als zilverbes of olijfwilg. Het succes van deze populaire soort verklaart Hendrikx door zijn grote droogtetolerantie. Vroeger was Elaeagnus minder populair omdat hij vorstgevoelig zou zijn, maar vanwege het veranderende klimaat is dat niet meer zo belangrijk.
|
|
'Het is belangrijk om duurzaam een goede band op te bouwen. Samenwerken is een kwestie van geven en nemen'
| |
|
Beginnen met P9
Standaard kweekt Hendrikx een groot deel van zijn planten gedurende de hele teeltperiode volledig zelf op. Dat wil zeggen dat hij begint met plantgoed in P9, dat hij dan in zeven jaar afkweekt tot een leverbaar product. Op mijn opmerking dat er veel goede kwekers zijn die plantgoed in grotere maten kunnen leveren, en dat hij dus zijn teeltperiode zou kunnen verkorten en meer rendement uit de kwekerij zou kunnen halen, antwoordt Hendrikx: 'Dat klopt op zich wel. En dat doe ik ook bij sommige heel algemene soorten, zoals Prunus laurocerasus, Prunus laurocerasus 'Rotundifolia' en Thuja 'Brabant.'
|
|
Hendrikx heeft de laatste tijd wel geïnvesteerd in werkverlichting, dus mechanisatie
| |
|
De voorspelbaarheid die Hendrikx in zijn sortiment heeft, heeft hij ook in de keuze van zijn leveranciers. In principe koopt hij al zijn plantgoed in bij twee vaste leveranciers in de buurt. Hendrikx: 'Nu alles schaars is, werkt dat naar twee kanten. Als ik ga shoppen voor de laatste cent, heb ik kans dat ik mispak. Daarnaast is het belangrijk om duurzaam een goede band op te bouwen. Samenwerken is een kwestie van geven en nemen.'
Hendrikx: 'We zitten nu in een zeer goede tijd, maar het zal ook wel weer eens slechter worden. Daar moet je je als ondernemer nu al op voorbereiden. Dat betekent dat je kritisch moet bekijken waar jij je geld in investeert, je boerenverstand gebruiken en met twee benen op de grond blijven. Het is nu aanlokkelijk om door te groeien, maar veel mensen vergeten dat dan alles mee moet groeien. Als ik meer plantgoed opzet, heb ik ook meer personeel, meer klanten en meer machines nodig.'
Wel heeft Hendrikx de laatste tijd geïnvesteerd in werkverlichting, dus mechanisatie. 'Een kraantje met een klem betekent niet per se dat het werk sneller gaat, maar wel dat het personeel langer aan het werk kan blijven.' Op dit moment kan Hendrikx alle voor hem relevante kluiten zelfstandig rooien; hij heeft op zijn Holmac messen van 35 tot 120 centimeter.
|
|
| Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
