De Jonge Boomkwekers Studieclub is naast jong ook behoorlijk groen |
|
|
|
Meike Wessels,
woensdag 5 mei 2021 |
|
| 389 sec |
Pionieren met bodemleven
In de boomkwekerij is steeds minder ruimte om chemie toe te passen in potten of in de volle grond. Meststoffen van organische aard vragen een andere manier van telen en zijn vaak wat duurder. Volgens De Jonge Boomkwekers Studieclub betaalt deze duurzame manier van telen zich echter dubbel en dwars terug. Zij zien hierbij een verbeterde bodemkwaliteit en een hogere plantweerbaarheid. Drie van hen gaven ons een kijkje in hun keuken.
De familie Verpaalen-Herijgers van de gelijknamige boomkwekerij ontdekte een mutant van een al bestaande cultivar en bracht deze onder bij Plantipp onder de naam ‘Miracle’ |
Michel Jongenelen van DCM belt mij op een zonnige donderdagmiddag op. Hij vertelt over een groepje kwekers dat innovatief bezig is op het gebied van bemesting. Of het niet een idee zou zijn om daar eens langs te gaan. Het groepje kwekers opereert onder de naam De Jonge Boomkwekers Studieclub. Ze inspireren elkaar op het gebied van verduurzaming. Jongenelen nam het initiatief om de groep op te tuigen nadat meerdere klanten de vraag stelden of het geen goed idee zou zijn om een studieclub op te richten. De kwekers hebben verder zelf de zeggenschap over wie zich mag aansluiten en wie niet. Drie van hen vertellen hoe zij op hun manier pionieren in de boomkwekerij.
Op de stormachtigste dag van de week stap ik in mijn rode Daihatsu om te koersen naar het verre Zundert. Zo nu en dan valt er een bui. De eerste bestemming die ik samen met de heren van DCM, Michel Jongenelen en Bart Nelen, aandoe, is kwekerij Liwardi in Nispen. Eigenaar Wouter Veraart staat ons al op te wachten. Terwijl we een rustig plekje zoeken om te praten, buigt Jongenelen mijn kant op om aan te geven dat Veraart veruit de vooruitstrevendste is van de groep. 'Organische bemesting, druppelirrigatie, gps-systemen, rij- en plantgatbemesting, geen kerende grondbewerking, hij doet het allemaal', vertelt hij op laag volume, zijn hoofd knikkend van bewondering.
| Wouter Veraart van Liwardi (links) en Bart Nelen van DCM |
|
|
Met zijn allen omhoog
De fundering van het bedrijf van Veraart werd gelegd door zijn ouders, die de kwekerij veertig jaar geleden grondvestten in Nispen, zo'n 20 kilometer ten westen van Zundert. Wouter Veraart hielp van jongs af aan mee en ontwikkelde zo in de loop der jaren de nodige kennis. Dat ondernemen hem na aan het hart ligt, is aan alles voelbaar. Met zijn wijsvinger in de lucht cirkelend zegt hij: 'De wereld gaat steeds harder draaien, met het idee: je kunt alles maar beter gisteren hebben gedaan dan vandaag. Om dit te kunnen bijhouden zonder jezelf gek te maken, moet je zorgen dat je alles strak georganiseerd hebt. Als je zelf meerent, zit je niet meer in de situatie waarbij je je afvraagt: wat zijn we eigenlijk aan het doen?' Jongenelen vult aan: 'Dat is zeldzaam in de boomkwekerijsector.' Veraarts credo luidt dan ook: 'Probeer dingen uit handen te geven, mensen fouten te laten maken en hen daarvan te laten leren. Zo gaan we met ons allen vooruit.'
|
'De wereld gaat steeds harder draaien, met het idee: je kunt alles maar beter gisteren hebben gedaan dan vandaag'
| |
|
Liwardi kweekt hoofdzakelijk haagplanten. Veraart en zijn team bemesten die met de meststoffen van DCM en irrigeren ze met druppelslangen. De organisch gebonden meststoffen bevatten meerdere grondstoffen, die gefaseerd door het bodemleven worden afgebroken en opgenomen, met een werkingsduur van ongeveer drie maanden. DCM biedt ze ook aan met een werkingsduur van vier tot vijf maanden. Uniek aan deze meststof is dat iedere korrel een identieke hoeveelheid stikstof, fosfor en kalium bevat. 'Alle korreltjes zijn identiek; het is een zeer homogeen product', legt Jongenelen uit.
Eén biefstuk per keer
Een werkingsduur van ongeveer drie maanden betekent dat er vaker in het jaar bemest moet worden dan met gecoate meststoffen. Veraart legt het uit met een metafoor: 'Bij reguliere bemesting is het alsof je twee keer per jaar naar een restaurant gaat, om vervolgens drie à vier biefstukken tegelijkertijd te eten. Die kun je vanzelfsprekend niet op, dus ze worden niet optimaal benut. De visie van Liwardi in combinatie met de DCM-producten komt erop neer dat we zes keer per jaar uit eten gaan, waarbij we telkens één biefstuk bestellen die we helemaal opeten.' Ter verduidelijking: de organisch gebonden meststoffen worden vaker en in kleinere porties toegepast. Er is dus sprake van optimale benutting in plaats van overvoeding en dus een lagere efficiëntie. Jongenelen legt uit dat er in West-Brabant veel lichtere en dus uitspoelingsgevoelige zandgronden zijn. 'Daarom kan het interessant zijn om een langwerkende, moeilijk uitspoelbare meststof te gebruiken, die het gewas bovendien constant van de juiste voeding voorziet.'
| De voedzame bodem van Liwardi |
|
|
Nog zo'n innovatief idee is dat Liwardi gedurende de hele teeltperiode aan rijbemesting doet. Bij jonge aanplant, met een hoogte van 40 à 50 centimeter, wordt echter breedwerpig bemest met een gps-gestuurde weegstrooier. Om te voorkomen dat de korrels in de oksel van het gewas blijven haken, worden de planten schoongeblazen. Zo krijgen ze de kans om overal uit te lopen; een korrel kan namelijk uitlopers tegenhouden of bruine vlekjes veroorzaken. Bij gecoate meststoffen is het geen goed idee om breedwerpig te bemesten; de kans op verbranding is dan aanzienlijk, met name bij coniferen.
Onkruid of toch niet?
Om een beeld te krijgen van de gewassen van kwekerij Liwardi, gaan we het veld op. De wind raast over de vlakte. De eerste gedachte die bij mij opkomt, is: is dat wel goed, al dat onkruid tussen de gewassen? De vork blijkt heel anders in de steel te zitten; de grasachtige plantjes zijn gerst. 'De gerst zorgt voor een voedzame bodem voor wormen. Wormen houden de bodem luchtig door zich te voeden; bij het kruipen ontstaan er poriën. Ze voeden ook andere organismen. Door de wortelstructuren van de gerst heb je ook aanzienlijk minder last van uitspoeling', legt een van de drie heren uit. Wie precies het woord voert, ontgaat mij op dat moment; ik ben verbouwereerd door de innovativiteit. 'De gerst verdwijnt na een tijdje vanzelf', legt Veraart later uit - een no-brainer.
| Wouter Veraart met zijn gewassen waartussen gerst te zien is |
|
|
Boomkwekerij Verpaalen-Herijgers
Iemand die met soortgelijke ideeën werkt en ook deel uitmaakt van De Jonge Boomkwekers Studieclub, is Hein Verpaalen van Boomkwekerij Verpaalen-Herijgers. Hij is de tweede innovator bij wie we vluchtig een kijkje achter de deur nemen. Niet gerst, maar rogge bedekt bij hem de grond, om de kwetsbare stekken een beschermend microklimaat te bieden en de open bodemstructuur te behouden. Verpaalen is gespecialiseerd in stek- en uitgangsmateriaal van sierheesters en gebruikt dezelfde meststoffen van DCM als Liwardi. We treffen Hein Verpaalen in groen overall aan in de schuur en begroeten elkaar coronaproof met een hand in de lucht. Verpaalen is al zeker negen jaar klant bij DCM. Hij zocht destijds een vervanger voor minerale meststoffen, omdat deze stoffen planten ziektegevoeliger zouden maken. De kwekerij koerste al af op duurzaamheid. Last van ziektes heeft hij nu aanzienlijk minder, maar dat is niet alleen te danken aan de organische meststoffen van DCM. Verpaalen: 'Dat komt door een andere manier van telen.' Jongenelen vult aan: 'Toen je begon met organisch van DCM, ben je natuurlijk ook aan meer knoppen gaan draaien.' Verpaalen noemt het mechanisch bestrijden van onkruid als voorbeeld.
| Michel Jongenelen (links) en Bart Nelen van DCM |
|
|
Duurzaam en gezond kweken
Jongenelen vertelt dat de meeste klanten van DCM slagen maken in duurzaam en gezond kweken: 'Ze doen aan mechanische onkruidbestrijding, streven naar niet-kerende grondbewerking, werken met rijpaden en zorgen voor beter bodembeheer. Organisch gebonden meststoffen horen daar ook bij.' Verpaalen vult aan: 'De bodem blijft de basis en daar past het organische verhaal het beste bij.'
|
'De bodem blijft de basis en daar past het organische verhaal het beste bij'
| |
|
Terwijl Verpaalen ons kort rondleidt over het terrein van de kwekerij, lopen we op de valreep tegen een succesvolle proef met Trichoderma aan. Dit is een biostimulant van DCM. Verpaalen heeft de stimulant toegevoegd aan een reeks stekjes van Cornus alba 'Miracle' (een soort die Verpaalen zelf heeft gevonden, zie kader). Ook treffen we een blanco-object aan dat zonder de biostimulant van DCM is behandeld. De test blijkt lonend: op de twee foto's hieronder is het voorlopige resultaat te zien. Jongenelen en Nelen kijken vol bewondering naar de verschillen tussen de twee teststekjes. 'Het resultaat van biostimulanten zie je niet altijd even goed terug', zegt Jongenelen opgewekt.
Links de stekjes zonder, rechts de stekjes met Trichoderma
-
Zonder Trichoderma
-
Met Trichoderma
|
Hergo
De laatste jonge boomkweker die we aandoen, vinden we slechts enkele honderden meters verderop: Styen Herijgers van boomkwekerij Hergo. Terwijl we de auto parkeren langs een bosrand, rijdt een kleine tractor met plantmachine over een zanderige vlakte met pas aangeplante jonge beuken. We lopen het veld op en treffen Herijgers, gekleed in een zwarte overall, goedlachs, vriendelijk en met een sterk Zunderts accent. Als zoon van de voormalige eigenaar staat hij nu aan het roer en doet dat met durf. 'Misschien wel leuk om te vertellen: ik besproeide onze jonge aanplant geregeld met bladbemesting van DCM. Aanvankelijk geloofden ze er thuis niet zo in. Maar op een dag, toen we op het land aan het werk waren, zagen we het verschil tussen de met bladmeststoffen behandelde en de niet-behandelde planten. De niet-behandelde bladeren waren aanzienlijk kleiner. Dat zie je alleen door het zelf toe te passen en te vergelijken.'
|
'Je ziet het verschil alleen door het zelf toe te passen en te vergelijken'
| |
|
Samen met pa Herijgers probeerde Styen in 2012 de meststoffen van DCM uit, omdat ze behoorlijk last hadden van belagers. Ook bij Hergo is de plaagdruk nu aanzienlijk minder, al is het prijskaartje hoger. 'Dat is het wel waard. Het kost meer, maar het levert ook meer op', vertelt Herijgers vol overtuiging. 'De meststoffen van DCM spoelen bijvoorbeeld ook niet uit.' Jongenelen vult aan: 'Kijk maar om je heen; dit is voormalige bosgrond.' Herijgers: 'Hoe hard het ook regent, je hoeft je geen zorgen te maken dat de mest uitspoelt. Dat is geweldig.' Hergo kweekt vier soorten: beuk, taxus, Carpinus en buxus.
| Styen Herijgers van Hergo op zijn perceel met de jonge beuken |
|
|
De enerverende dag loopt op zijn einde. Na meerdere rondes zandhappen stappen de twee DCM-accountmanagers en ik ieder in onze eigen auto en verdwijnt het Zundertse landschap achter ons. De dag leerde ons dat bij duurzaam kweken meer komt kijken dan meststoffen alleen. De bodem blijft de basis, dat vond ik een gevatte uitspraak. En bovendien: De Jonge Boomkwekers Studieclub blijken vooral groene gasten te zijn; duurzaam telen staat bij hen allemaal hoog op de agenda.
De organische meststoffen van DCM
De organisch gebonden meststoffen van DCM bestaan uit verschillende grondstoffen, zoals bloedmeel, beendermeel, soja, druivenpitten, cacaodoppen en nog zo'n veertig andere organische stoffen. De ene grondstof is harder dan de andere, waardoor een constante en efficiënte afgifte plaatsvindt over een bepaalde periode. Daarnaast zijn deze grondstoffen uniform gemengd en tot minigran gemaakt, waardoor de verhouding in elke kleine korrel hetzelfde is. De organische aard maakt het product echter aanzienlijk bewerkelijker en daardoor prijziger dan chemische meststoffen. 'Onze organische meststoffen zijn niet alleen voedsel voor de plant, maar ook voor het bodemleven. Door het brede spectrum aan grondstoffen voeden de organische meststoffen de hele biodiversiteit in de bodem. Meer bodemleven in de grond leidt weer tot een gezondere bodem en dat is te zien aan een gezondere en weerbaardere plant', aldus Bart Nelen, accountmanager bij DCM.
|
Cornus alba 'Miracle'
Harrie Verpaalen, de vader van Hein Verpaalen, vond tijdens een reguliere werkdag een nieuwe soort tussen zijn gewassen. Het bleek een mutant van een al bestaande cultivar, waarvoor hij vervolgens een licentie aanvroeg. Deze bontbladige Cornus heeft in het voorjaar en de vroege zomer groen-wit blad met een roze rand. In de late zomer tot aan de herfst is het blad intens paars-roze en in de herfst heeft 'Miracle' ook nog eens rode stelen. 'Miracle' verdraagt zowel volle zon als halfschaduw. Cornus alba 'Miracle' moet in vruchtbare, goed doorlaatbare grond worden geplant. Zonder snoei wordt hij ca. 2 m hoog en breed, met snoei ca. 1 m hoog en breed. 'Miracle' is zeer geschikt als tuinplant en voor massabeplanting en is ondergebracht bij Plantipp als breeder.
|
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
| |
Agribex 2025
|
woensdag 3 december 2025 t/m zondag 7 december 2025 |
|
|
|
|
|
|
|