Spoilers aan spuitboom zorgen voor maximaal resultaat en lager middelenverbruik |
|
|
|
Jan van Staalduinen,
donderdag 19 november 2020 |
|
| 226 sec |
Volvelds spuiten zonder drift werkt ook in boomkwekerij
Echt nieuw kun je het concept niet meer noemen. Eigentijds is het echter nog steeds. Het Wingssprayer-spoilersysteem is al ruim tien jaar op de markt en maakt internationaal opgang in tal van open teelten. In de Nederlandse boomkwekerij is het tot nu toe een zeldzame verschijning. Onterecht, meent buxusteler Koen Peeters uit Lier (B). Hij gebruikt het systeem al zo'n vijf jaar en zegt er veel profijt van te hebben.
Wingssprayer BV heeft het in de loop der jaren steeds drukker gekregen. Het familiebedrijf van de familie Hoeben uit Nederweert produceert en monteert meerdere systemen per week. Dat laatste gebeurt meestal op het erf of in de loods van de klant die zijn spuitboom met de opvallende witte flappen wil laten uitrusten.
Spuiten zonder drift
'Het zijn geen flappen, maar vleugels of spoilers', verbetert bedrijfsleider John Hoeben. 'Wij gebruiken de Engelse naam wings, omdat die overal goed wordt begrepen.' De Wingssprayer ontleent zijn werking aan de specifieke wijze waarop de vleugels de rijwind geleiden. De voorste spoiler creëert een luchtbuffer en beweging in het gewas; de tweede spoiler dwingt de lucht en spuitnevel omlaag het gewas in, waardoor er nauwelijks drift ontstaat. De spuitdoppen hebben een grote tophoek, wat resulteert in brede kegels die elkaar ruimschoots overlappen. Hoeben spreekt van ten minste 200 procent overlap. 'Per saldo krijg je veel betere gewasbedekking en een beter bestrijdingsresultaat, terwijl er minder spuitvloeistof nodig is om een hectare te behandelen. Vanwege de relatief hoge rijsnelheid kost een behandeling bovendien minder tijd.'
Breed toegepast
Het idee is door vader Harrie Hoeben uitgewerkt en in 2010 gepatenteerd. Sindsdien zijn er meer dan duizend systemen verkocht in elf landen. De drempel is laag, want in principe kan iedere horizontale spuitboom met het systeem uit de voeten en het vraagt geen extra onderhoud. Voor de montage en afstelling van de spuitinstallatie op locatie brengt het bedrijf geen extra kosten in rekening. In de akkerbouw en vollegrondsgroenteteelt is de Wingssprayer een vertrouwd gezicht. Loonwerkers en individuele telers zijn er volgens de ondernemer uit Midden-Limburg uitermate content mee.
Vertekend beeld
Dat hun unieke product in de boomkwekerij nog geen opgang maakt, kan Hoeben slechts ten dele verklaren. 'De boomkwekerij is een op zichzelf staande sector, met een zeer divers productassortiment. De variatie in gewassen en teeltwijzen is enorm en dat zie je terug in de grote diversiteit aan spuitapparatuur. Mogelijk is er ook sprake van een vertekend beeld of vooroordelen. Sommige mensen denken dat ons product alleen geschikt is voor laagblijvende grondteelten. Dat beeld is niet juist. Je kunt er ook heel goed mee werken in de wat grotere maten containerplanten en in opgaande gewassen.'
|
'Het resultaat: volledige gewasbedekking en lager middelenverbruik'
| |
|
| Bedrijfsleider John Hoeben: 'Per saldo krijg je een veel betere gewasbedekking en een beter bestrijdingsresultaat, terwijl er minder spuitvloeistof nodig is.' |
|
|
Minder spuiten
Een boomkweker die het systeem wel gebruikt, voor het vijfde achtereenvolgende jaar alweer, is Koen Peeters van Kwekerij Fikona in het Belgische Lier. Samen met vrouw Nancy en een toegewijd team teelt hij 5 ha groene planten in kassen, 15 ha buxus in de volle grond en 15 ha landbouwgewassen. Sinds hij zijn spuitboom liet aanpassen, is de teler allengs minder gaan spuiten. 'Vijf jaar geleden moest ik in de buxusteelt 20 tot 25 keer per jaar spuiten tegen schimmelziektes en motjes; nu is dat nog vijf à zes keer per jaar', vertelt Peeters. 'Dat is niet uitsluitend aan de Wingssprayer toe te schrijven, maar wel voor een deel.'
Vergroening
Het Vlaamse ondernemersechtpaar werkt stelselmatig aan de vergroening van hun bedrijfsvoering. Gewasbescherming speelt daarin vanzelfsprekend een sleutelrol. Zoals iedere teler spuit Peeters zo min mogelijk. Als het niet anders kan, gebruikt hij vrijwel uitsluitend gewasbeschermings¬middelen van natuurlijke oorsprong. 'Dat is deels een vrijwillige keuze en deels noodzaak, omdat veel traditionele chemische middelen hun toelating hebben verloren', licht hij toe. 'Op de middelen die je nog kunt gebruiken, moet je zuinig zijn. Dat doe ik onder andere door middelen met verschillende werkingsmechanismen af te wisselen om resistentie-opbouw bij ziekten en plagen te voorkomen én door ze op de meest efficiënte en effectieve manier toe te passen.'
Fijne film
Wat Peeters vooral aanspreekt, is de volledige en fijne gewasbedekking die hij met zijn apparatuur verkrijgt. Er gaat vrijwel geen spuitvloeistof verloren - de drift is nihil - en als hij zijn planten na een bespuiting kritisch bekijkt, ziet hij geen grove druppels, maar een dunne film die de gewasdelen vrijwel volledig bedekt. 'Dan weet ik ook dat de schimmelsporen of beestjes die ik moet bestrijden goed zijn geraakt', concludeert hij. Dat wordt een steeds belangrijker aandachtspunt, want de meeste nieuwe middelen zijn echte contactmiddelen. Ze worden meestal niet opgenomen door het blad en via de sapstroom door de plant verspreid, zoals systemische middelen, maar werken alleen op basis van rechtstreeks contact. Om verzekerd te zijn van een goed bestrijdingsresultaat is een zorgvuldige toepassing essentieel. 'Met de Wingssprayer lukt dat uitstekend', stelt de sierteler vast. 'Daardoor is het bestrijdingsresultaat maximaal en kan ik daarna langer wegblijven.'
|
'Zorgvuldig spuiten is essentieel; met de Wingssprayer lukt dat'
| |
|
| De wings of spoilers geleiden de rijwind zodanig dat de spuitnevel diep in het gewas doordringt. |
|
|
Stikstof en organische stof
De ziekte- en plaagdruk is niet los te zien van andere factoren, zoals de weersomstandigheden en de voedingsbalans in de bodem. In de loop der jaren heeft de teler uit Lier de stikstofgift geleidelijk teruggeschroefd, waardoor zijn gewassen iets minder weelderig groeien. Ze komen echter niets tekort. Peeters: 'Het voordeel van een lagere stikstofgift is dat trips en luizen de planten minder aantrekkelijk vinden. En dankzij de structureel lagere plaagdruk hoef je minder snel in te grijpen.' Een wat stugger en sterker gewas vermindert ook de gevoeligheid voor schimmelinfecties. Peeters besteedt daarom ook aandacht aan de bodemvitaliteit, die hij stimuleert met behulp van organische stof. Hij heeft hiervoor Sudan pipergrass in het teeltschema opgenomen. Deze snelgroeiende, van oorsprong Afrikaanse grassoort heeft geen commerciële waarde, maar kan (na hakselen en onderwerken) het organischestofgehalte wel in één klap opkrikken van 1,5 naar zo'n 3,5 procent. Daar kunnen het bodemleven en volgende teelten dan weer enkele jaren op teren.
Korte terugverdientijd
Dat de vooruitstrevende teler de spuitfrequentie in vijf jaar tijd met bijna driekwart heeft kunnen verlagen, heeft dus meerdere redenen. Desondanks is hij ervan overtuigd dat de Wingssprayer hem meerdere rondes per jaar bespaart. Het verbaast Peeters dat zo weinig boomkwekers de vernuftige applicatie tot nu toe gebruiken. 'Als je ziet wat het jaarlijks bespaart aan middelen, tijd en brandstof, lijkt dit systeem me voor veel bedrijven interessant', merkt hij op. 'Ik schat dat ik de investering binnen drie jaar heb terugverdiend. En de planten worden er ook beter van. Iedere bespuiting gaat ook een beetje ten koste van groei, dus hoe minder bespuitingen, des te beter het is.' De teler vermoedt dat het zelfs voor kasteelten een uitkomst zou zijn. 'Voor mijn lichte potplanten is het geen optie, maar voor rozen, gerbera's en grondteelten zoals chrysant lijkt het me ideaal. In relatief dichte gewassen kost het veel moeite om de spuitvloeistof diep te laten doordringen. De Wingssprayer krijgt dat zo voor elkaar.'
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
| |
Agribex 2025
|
woensdag 3 december 2025 t/m zondag 7 december 2025 |
|
|
|
|
|
|
|