Het juiste Nemasys-aaltje bij de juiste bodemtemperatuur

ARTIKEL

Emiel te Walvaart, vrijdag 6 november 2020

208 sec

Taxuskever effectief te lijf met aaltjes van BASF

De laatste jaren nemen de problemen met taxuskeverlarven (mobium) toe. Als gevolg van het warmere najaar zijn kevers langer actief met het leggen van eitjes. Tijdens zachte winters zijn de larven nauwelijks in rust, waardoor er meer vraatschade aan gewassen ontstaat. Het is dan ook nodig om meerdere keren per jaar aaltjes in te zetten tegen de kever, zowel in voor- als najaar. De bodemtemperatuur is hierbij van belang om te bepalen welk Nemasys-aaltje de beste effectiviteit heeft. Piet van Boven, adviseur bio-insecticiden van BASF, geeft een toelichting op het vraagstuk van de taxuskever en het aaltje.

Dode larve van een taxuskever

Parasitaire aaltjes, ook wel nematoden genoemd, zijn bodemorganismen die van nature in kleine aantallen voorkomen in de Nederlandse bodem. Hun grootte varieert van slechts 0,02 mm tot 0,5 mm en ze zijn alleen zichtbaar onder de microscoop. In de bodem zoeken ze larven van bijvoorbeeld kevers, die ze binnendringen en waarin ze zich vermeerderen. De larven sterven vervolgens.

Er zijn zo'n 28.000 verschillende soorten aaltjes bekend, maar aangenomen wordt dat er in totaal wel een miljoen soorten bestaan. Van de 28.000 zijn er tot nu toe slechts 32 bruikbaar als biologische bestrijder. 'Acht aaltjessoorten worden commercieel ingezet; BASF heeft vijf van deze acht in zijn portfolio', vertelt adviseur Piet van Boven.

Taxuskever

Biologische oplossingen

De producent van gewasbeschermingsmiddelen zet al geruime tijd in op de ontwikkeling van meer biologische oplossingen, waaronder parasitaire aaltjes. Ook kwekers ervaren steeds vaker het nut van aaltjes als geïntegreerde ziekte- en plaagbestrijding. Biologische gewasbescherming met aaltjes heeft zich inmiddels bewezen en geeft dan ook goede resultaten. De reden is dat aaltjes gemakkelijk kunnen worden toegepast, een langere werkingsduur hebben en doelmatig kunnen worden ingezet tegen plagen die gewassen aantasten.

BASF biedt telers en beheerders van openbaar groen met Nemasys een breed assortiment natuurlijke insectenbestrijders. Van Boven: 'De Nemasys-aaltjes zijn nuttige nematoden, die veel ingezet worden in de strijd tegen schadelijke insecten en slakken. Denk bijvoorbeeld aan plagen als trips, taxuskever, sciara en oevervliegen.'

Larven van de taxuskever

Bodemtemperatuur

De bodemtemperatuur speelt een belangrijke rol bij de effectiviteit van de verschillende Nemasys-aaltjes. BASF heeft hier al eerder onderzoek naar laten doen door Delphy. Bekeken werd welk effect de bodemtemperatuur op de werking van verschillende aaltjes had. Hiertoe werden taxuslevers in kooien geplaatst met Astilbe en Euonymus. Gedurende het seizoen legden de kevers hun eitjes in de potten, waaruit zich taxuskeverlarven ontwikkelden. In het najaar werden verschillende aangietbehandelingen met aaltjes uitgevoerd bij uiteenlopende bodemtemperaturen. Bij 20°C leverde Nemasys H het beste resultaat op, met een bestrijding van 100 procent. Bij lagere temperaturen scoorde Nemasys L het hoogst. Dit aaltje blijkt nauwelijks gevoelig voor temperatuurschommelingen. Zowel bij 12°C als bij 5°C bedroeg het bestrijdingspercentage tussen de 70 en 80 procent van de onbehandelde controlegroep.

Deze test maakt duidelijk hoe belangrijk het is om het juiste aaltje bij de juiste bodemtemperatuur in te zetten, meent Van Boven. 'Zo zet je in het najaar, als de temperatuur hoog genoeg is, tijdig Nemasys H in. Wanneer de temperatuur in het najaar zakt, kun je het beste voor Nemasys L kiezen. In het voorjaar is Nemasys L vanaf 5°C het geschiktst.'

Boomkwekerij in de volle grond

Nemasys H

Nemasys H heeft zich dus bewezen als een goed werkend middel om in te grijpen tegen taxuskeverlarven. Hoe gaat dat precies in zijn werk? 'Nemasys H bevat de insectenparasitaire aaltjes van een nieuwe BASF-stam van Heterorhabditis bacteriophora. De aaltjes zoeken na toediening actief naar de prooi en dringen deze binnen via de natuurlijke openingen. Eenmaal binnen scheiden ze bacteriën uit, waarna de larven sterven', legt Van Boven uit. Hij schetst de voordelen in vogelvlucht. 'Nemasys H is zeer effectief tegen larven van de taxuskever; bij een bodemtemperatuur van 20°C is 100 procent zelfs mogelijk. De werking van de aaltjes duurt maar liefst zes weken. Verder treedt er geen ontwikkeling naar resistentie op. Ook belangrijk is dat Nemasys H veilig voor mens en gewas is.'

Piet van Boven, adviseur bio-insecticiden van BASF

Van Boven adviseert Nemasys H in augustus en september in te zetten. De aaltjes kunnen worden aangebracht via gewone spuitapparatuur, met aangieten of via de regeninstallatie. Er moeten filters gebruikt worden die groter dan 0,3 mm zijn. Met een roerinstallatie in de tank kun je het bezinken van aaltjes tegengaan. Aanbevolen wordt Nemasys H toe te passen bij bewolkt weer en een bodemtemperatuur tussen 12°C en 30°C. Daarbij moeten de aaltjes in het bovenste deel van de toplaag terechtkomen.

Boomkwekerij met containerteelt

Nemasys L

Uit het onderzoek van Delphy bleek dat Nemasys L de beste oplossing bij lagere bodemtemperaturen is, aldus Van Boven. 'Nemasys L bevat de insectenparasitaire aaltjes van de soort Steinernema kraussei. Deze parasitaire aaltjes zijn uitstekende bestrijders van de larven van de taxuskever en andere snuitkeversoorten. Deze aaltjes zijn al bij een bodemtemperatuur van 5°C actief en kunnen zowel in de containerteelt als in de volle grond worden ingezet. De aaltjes in Nemasys L sporen de larven in de potgrond of de bodem op. Ze dringen de larven binnen, waardoor de larven van de taxuskever en uitheemse keversoorten worden gedood.'
Van Boven benadrukt een groot voordeel van Nemasys L: 'Met dit middel kun je de larven nog laat in het seizoen aanpakken, voordat ze de winterrust in gaan.'

Productie van aaltjes

De productie van aaltjes gebeurt in zes stappen en duurt zes weken. Allereerst worden ze in flesjes gekweekt, waarna ze in computergestuurde biofermentoren - een soort tanks - worden gebracht. De ruimte met de biofermentoren ziet er enigszins uit als een bierbrouwerij met zijn grote stookketels. De tanks bevatten voedingsmedium, waarin de leefomstandigheden worden nagebootst van het binnenste van het desbetreffende insect, bijvoorbeeld de taxuskeverlarf. Die leefomstandigheden betreffen vooral de specifieke voedingsstoffen per aaltjestype, maar ook zuurstof. Wanneer de aaltjes voldoende hebben 'gegeten', worden ze overgezet in een groter vat, waar ze zich vermeerderen. Wanneer de aaltjes zich nogmaals hebben vermeerderd, worden ze opnieuw overgezet naar een nog groter vat. Deze productie-opschaling gaat door totdat er genoeg aaltjes zijn voor een vat van 75.000 liter. Wanneer de aaltjes het derde larvale stadium hebben bereikt, worden ze 'geoogst'. Dit larvale stadium is van groot belang, omdat de aaltjes juist in dit stadium op zoek gaan naar hun specifieke gastheer. Ze worden allemaal schoongemaakt door centrifugering en bezinking. Tot slot wordt er een gelformulering aan deze pure aaltjesoogst toegevoegd, zodat ze kunnen worden verpakt en getransporteerd. Door de unieke BASF-formulering zijn de Nemasys-aaltjes lang houdbaar en blijven ze zeer krachtig en vitaal.

REACTIES

Er zijn nog geen reacties.

download artikel

Tip de redactie